4.6De kinderrechter stelt vast dat bij de beschikking van 17 mei 2021 een gewijzigde zorgregeling is vastgesteld, waarbij [minderjarige01] afwisselend de ene week bij de moeder verblijft en de daarop volgende week bij de vader. Deze regeling geldt als uitgangspunt bij de beoordeling van het verzoek van [minderjarige01] .
Aan voormelde zorgregeling wordt uitvoering gegeven door de ouders. [minderjarige01] verblijft de ene week bij zijn moeder, en de andere week bij zijn vader. [minderjarige01] vraagt nu om wijziging van deze regeling. Hij zou graag terug willen gaan naar een eerder tussen de ouders uitgevoerde zorgregeling waarbij hij tien nachten bij zijn moeder verbleef en vier nachten bij zijn vader.
Ouders kunnen in onderling overleg afwijken van een zorgregeling die door een rechter is bepaald indien zij het daar samen over eens zijn. Ook kan sprake zijn van bijzondere omstandigheden die een wijziging van de zorgregeling rechtvaardigen.
Gebleken is dat de moeder kan instemmen met een wijziging van de huidige zorgregeling waarbij [minderjarige01] weer meer dagen bij haar zou verblijven dan bij de vader. De vader daarentegen verzet zich hiertegen uitdrukkelijk. De ouders zijn het dan ook niet samen eens over een wijziging van de zorgregeling zoals verzocht door [minderjarige01] . Het is daarom aan de kinderrechter om hierover een beslissing te nemen.
De kinderrechter stelt vast dat aan de huidige zorgregeling uitgebreid onderzoek ten grondslag heeft gelegen waarbij hulpverlening betrokken is geweest. Daarnaast is deze regeling door de kinderrechter bij beschikking van 17 mei 2021 zorgvuldig beoordeeld. In deze beoordeling hebben de belangen van [minderjarige01] centraal gestaan. De huidige zorgregeling is dan ook weloverwogen tot stand gekomen.
Op grond van de voorliggende stukken en de gesprekken die de kinderrechter met zowel [minderjarige01] als de ouders en de Raad heeft gevoerd is haar niet gebleken van feiten en/of omstandigheden die maken dat de huidige zorgregeling gewijzigd en/of aangepast zou moeten worden. De kinderrechter vindt de zorgregeling nog steeds een passende regeling die goed aansluit bij de ontwikkelingsfase en -behoeften van [minderjarige01] . Dat de opvoedsituatie bij de vader anders is dan die bij de moeder, maakt dat niet anders. Daarbij overweegt de kinderrechter dat zij geen concrete signalen en/of aanwijzingen heeft die haar zorgen doen baren over het welzijn van [minderjarige01] bij de vader. Evenmin is de kinderrechter gebleken dat de vader onvoldoende kan aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van [minderjarige01] en dat zijn zorg voor [minderjarige01] onder de maat zou zijn. Middels de huidige regeling kan [minderjarige01] optimaal genieten van wat beide ouders hem kunnen bieden en zich op evenwichtige wijze ontwikkelen. Voortzetting van de huidige regeling is naar het oordeel van de kinderrechter dan ook het meest in het belang van [minderjarige01] . Gelet hierop alsook het onderzoek naar een passende zorgverdeling tussen de ouders dat eerder heeft plaatsgevonden, acht de kinderrechter het niet nodig dat hiernaar aanvullend onderzoek wordt verricht dan wel een deskundige wordt benoemd. Een dergelijk onderzoek heeft geen meerwaarde en zou een extra belasting zijn voor [minderjarige01] .
Dit betekent dat het verzoek van [minderjarige01] tot wijziging van de zorgregeling zal worden afgewezen. In de nadere informatie die de moeder bij e-mailbericht van 21 juni 2023 aan de rechtbank heeft toegezonden, ziet de kinderrechter voorts geen aanleiding voor een andere beslissing. Om deze reden is voormeld e-mailbericht van de moeder dan ook niet voorgelegd aan de vader om hierop te reageren. Voor [minderjarige01] is het bovendien van belang dat hij snel duidelijkheid krijgt over de zorgverdeling tussen zijn ouders, en dat krijgt hij met deze beslissing.
De kinderrechter vindt het belangrijk dat [minderjarige01] zelf ook een terugkoppeling krijgt van haar beslissing. Daarom zal in een aparte brief aan [minderjarige01] kort worden uitgelegd wat de beslissing is. De kinderrechter acht van belang dat beide ouders op de hoogte zijn van de inhoud van de brief die [minderjarige01] ontvangt. Vandaar dat de tekst van de brief hieronder wordt weergegeven:
“Op 12 mei 2023 heb jij gepraat met de kinderrechter. Je hebt toen verteld dat je minder vaak bij je vader wilt zijn. De kinderrechter vindt het heel knap dat je naar de rechtbank bent gekomen en met haar hebt gepraat. Na het gesprek met jou heeft de kinderrechter met jou afgesproken dat zij met jouw ouders zou gaan praten. Dat heeft zij gedaan op 20 juni 2023. Tijdens het gesprek met jouw ouders was ook mevrouw [naam01] van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig.
Nadat de kinderrechter goed naar iedereen heeft geluisterd (naar jou, jouw ouders en mevrouw [naam01] ) en goed heeft gekeken naar wat er allemaal is geschreven, heeft zij een beslissing genomen.
De kinderrechter zal de regeling zoals die nu is (de ene week ben je bij jouw moeder en de andere week ben je bij jouw vader) niet veranderen. Voordat die regeling door de andere kinderrechter is vastgesteld, is er hulpverlening geweest en onderzoek gedaan. Er is toen goed gekeken naar wat jij nodig hebt, naar hoe het is bij jouw moeder en naar hoe het is bij jouw vader. De kinderrechter vindt dat deze regeling nog steeds het beste is voor jou.
Ondanks dat deze beslissing niet is wat jij hebt gevraagd, hoopt de kinderrechter dat er nu duidelijkheid is voor jou en dat er meer rust zal komen.”
De kinderrechter realiseert zich dat haar beslissing in eerste instantie een teleurstelling zal zijn voor [minderjarige01] . Hoewel zij goed heeft geluisterd naar [minderjarige01] en de door hem geuite wens om tot een andere zorgverdeling tussen zijn ouders te komen, is de kinderrechter van oordeel dat de huidige zorgregeling voortgezet moet worden omdat dit het meest in zijn belang is. Het is aan de ouders om dit uit te dragen naar [minderjarige01] en hierin duidelijke kaders te stellen.
Tot slot geeft de kinderrechter de ouders nog mee dat het belangrijk is dat de afspraken die in het kader van het solo parallel ouderschap zijn gemaakt door beiden goed worden nagekomen. Voorkomen dient te worden dat [minderjarige01] gebruik maakt van eventuele tussen de ouders ontstane ruimte.