In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, volgens haar niet op tijd heeft beslist op haar verzoek van 5 juli 2021 om herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 28 juli 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk gegrond is verklaard. Dit betekent dat de rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft op 9 mei 2023 een ingebrekestelling verzonden, maar verweerder heeft tot op heden geen besluit genomen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen twee weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen, maar heeft in dit geval een termijn van acht weken vastgesteld, gezien de grote hoeveelheid aanvragen die door verweerder behandeld moeten worden.
Daarnaast heeft de rechtbank een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van haar proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.