ECLI:NL:RBZWB:2023:54
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak betreffende omgevingsvergunning voor woningbouw
Op 5 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen verzoekers, [naam verzoeker 1] en [naam verzoeker 2], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 20 september 2021 was verleend aan [naam vergunninghouder] voor het bouwen van vier geschakelde woningen op het perceel [naam perceel] in [plaatsnaam]. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar hun bezwaar werd op 1 februari 2022 ongegrond verklaard. Hierop hebben verzoekers beroep ingesteld.
In een later besluit op 25 augustus 2022 heeft verweerder het eerdere besluit van 20 september 2021 ingetrokken en in plaats daarvan een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van drie geschakelde woningen. Verzoekers hebben hun beroep ingetrokken, maar verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren. Verweerder heeft aangegeven dat hij het niet eens is met het verzoek om proceskostenvergoeding, omdat hij niet tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekers, maar het besluit heeft ingetrokken op verzoek van de vergunninghouder.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank overweegt dat, aangezien verweerder niet tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekers, het verzoek om proceskostenvergoeding kennelijk ongegrond is. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.