ECLI:NL:RBZWB:2023:5416
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslagen parkeerbelasting na intrekking parkeervergunning door verhuizing
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 augustus 2023, worden de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Breda beoordeeld. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende naheffingsaanslagen in de parkeerbelasting opgelegd, omdat zij niet meer voldeed aan de voorwaarden voor de parkeervergunning na haar verhuizing. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd, omdat de heffingsambtenaar de vergunning op goede gronden heeft ingetrokken. Belanghebbende had een parkeervergunning voor haar oude adres, maar na haar verhuizing naar een nieuw adres had zij geen geldige vergunning meer. De rechtbank stelt vast dat belanghebbende op de hoogte had moeten zijn van de intrekking van de vergunning en dat zij zonder geldige vergunning heeft geparkeerd. De rechtbank wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af, omdat er geen kosten zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De resterende beroepen zijn ongegrond verklaard, en de naheffingsaanslagen blijven in stand. De heffingsambtenaar moet wel het griffierecht van € 50 aan belanghebbende vergoeden.