ECLI:NL:RBZWB:2023:5418

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 juni 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
C/02/403955 HO RK 22-663 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Leppens
  • A. de Vos
  • M. Prenger-de Kwant
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Definitieve vaststelling salaris observator in besloten akkoordprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juni 2023 uitspraak gedaan over de definitieve vaststelling van het salaris van de observator in een besloten akkoordprocedure. De procedure is gestart met een beschikking op 24 november 2022, waarin de bevoegdheid van de rechtbank en de keuze voor de besloten akkoordprocedure zijn vastgesteld. Mr. F. Verhoeven is op 13 december 2022 aangesteld als observator, met een aanvankelijk vastgesteld salaris van € 145.000,- exclusief btw en 5% opslag kantoorkosten. Dit bedrag is in de daaropvolgende beschikkingen van 22 februari 2023 en 24 april 2023 verhoogd tot respectievelijk € 345.000,- en € 545.000,- exclusief btw en opslag.

De observator heeft op 15 mei 2023 verzocht om zijn salaris vast te stellen op € 475.000,-, maar heeft dit verzoek op 25 mei 2023 herzien naar een maximum van € 500.000,-. De rechtbank heeft op 26 mei 2023 het door de besloten vennootschap [bedrijf01] aangeboden akkoord gehomologeerd, waardoor de aanwijzing van de observator eindigde. Op 15 juni 2023 heeft de advocaat van [bedrijf01] laten weten geen bezwaar te hebben tegen het verzoek van de observator om het salaris vast te stellen op maximaal € 500.000,-.

Op verzoek van de rechtbank heeft de observator op 21 juni 2023 een definitieve eindafrekening gestuurd, waarin hij verzoekt om het salaris vast te stellen op € 490.476,50, exclusief btw en 5% opslag kantoorkosten. De rechtbank heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat het salaris van de observator niet onredelijk is, gezien het akkoord van [bedrijf01] met het salaris. De rechtbank heeft daarom het salaris definitief vastgesteld op € 490.476,50, exclusief btw en 5% opslag kantoorkosten.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Afdeling Insolventies – meervoudige kamer
Zittingsplaats Breda
Vaststelling salaris observator
uitspraakdatum: 27 juni 2023
rekestnummers: 403955 HO RK 22/663
beschikking in de besloten akkoordprocedure van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf01] B.V.,
gevestigd te [plaats01] ,
hierna ook te noemen: [bedrijf01] ,
advocaat: mrs. B.W.G. van der Velden.

1.De procedure

1.1.
Bij beschikking van 24 november 2022 zijn de bevoegdheid van deze rechtbank en de keuze voor een besloten akkoordprocedure vastgesteld.
1.2.
Bij beschikking van 13 december 2022 is mr. F. Verhoeven aangesteld als observator en is het bedrag dat zijn werkzaamheden ten hoogste mogen kosten, vastgesteld op een bedrag van € 145.000,-, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten. Bij beschikking van 22 februari 2023 is dit bedrag verhoogd tot € 345.000,-, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten. Vervolgens heeft de rechtbank in haar beschikking van 24 april 2023 laatstgenoemd bedrag verhoogd tot € 545.000,-, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten.
1.3.
De observator heeft bij brief van 15 mei 2023 de rechtbank verzocht zijn salaris op basis van artikel 380 lid 4 Fw juncto 371 lid 10 Fw vast te stellen op € 475.000,00, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten.
1.4.
Bij brief van 25 mei 2023 heeft de observator zijn verzoek, als hierboven onder 1.3. beschreven, herzien en wel in die zijn dat hij thans verzoekt zijn salaris vast te stellen op maximaal € 500.000,00, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten. Hij voert daartoe, samengevat, aan dat hij na 15 mei 2023, vanwege de door de rechtbank na afloop van de homologatiezitting op 22 mei 2023 aan hem verzochte en vervolgens door hem verstrekte schriftelijke toelichting en zienswijze, nog additionele kosten heeft moeten maken.
1.5.
De rechtbank heeft bij vonnis van 26 mei 2023 het door [bedrijf01] aangeboden akkoord gehomologeerd, waarmee de aanwijzing van de observator van rechtswege geëindigd.
1.6.
Mr. E. Bulten, kantoorgenoot van mr. B.W.G. van der Velden, voornoemd, heeft in haar e-mailbericht van 15 juni 2023 de rechtbank laten weten dat [bedrijf01] geen bezwaar heeft tegen het verzoek van de observator om zijn salaris vast te stellen op maximaal
€ 500.000,00, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten.
1.7.
Op verzoek van de rechtbank heeft de observator bij brief van 21 juni 2023 heeft de een definitieve eindafrekening gestuurd. Een kopie van deze brief heeft de observator aan mr. Van der Velden, advocaat van verzoekster, gestuurd. In voornoemde brief verzoekt de observator de rechtbank om het salaris definitief vast te stellen op een bedrag van € 490.476,50, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank dient op grond van artikel 380 lid 4 Fw juncto 371 lid 10 Fw het salaris van de observator vast te stellen. Het gedane verzoek komt de rechtbank niet onredelijk voor. Nu [bedrijf01] reeds akkoord is gegaan met een salaris van maximaal € 500.000,-, zal de rechtbank het salaris dienovereenkomstig vaststellen. In de beschikking van 24 april 2023 is reeds bepaald dat deze kosten voor rekening van [bedrijf01] komen.

3.De beslissing

De rechtbank
- stelt het salaris van de observator definitief vast op een bedrag van € 490.476,50, exclusief btw, en 5% opslag kantoorkosten.
Deze beschikking is gegeven door mr. Leppens, voorzitter, mr. De Vos en mr. Prenger-de Kwant, rechters, en in aanwezigheid van Schipper-Heijmans, griffier, uitgesproken door mr. Leppens op 27 juni 2023.
De griffier is niet in staat deze
beschikking mede te ondertekenen.