ECLI:NL:RBZWB:2023:5458
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- P. Ponds
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van ontvangen gelden als geldlening in plaats van schenking en de gevolgen daarvan voor terugbetaling
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vraag centraal of de door Heineken Nederland B.V. aan [gedaagde01] verstrekte gelden van € 20.000,00 gekwalificeerd moeten worden als een geldlening of een schenking. De kantonrechter heeft op 2 augustus 2023 geoordeeld dat de gelden als een geldlening moeten worden beschouwd, omdat er verplichtingen aan verbonden waren die niet zijn nagekomen door [gedaagde01]. De overeenkomst, die op 14 januari 2020 werd gesloten, bevatte duidelijke bepalingen over de terugbetaling van het bedrag in jaarlijkse termijnen. Na de opzegging van de overeenkomst door [gedaagde01] was deze verplicht om een groot deel van het ontvangen bedrag terug te betalen. De kantonrechter heeft het bewijsaanbod van [gedaagde01] gepasseerd, omdat er geen bewijs was dat de overeenkomst onder dwaling tot stand was gekomen. De vordering van Heineken werd vrijwel geheel toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente. De proceskosten werden ook aan [gedaagde01] opgelegd, aangezien deze grotendeels ongelijk kreeg in de procedure.