In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de kantonrechter op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen Viride Innovatie B.V. en meerdere gedaagden. Viride vorderde betaling van een onbetaald bedrag van € 4.611,35, dat voortvloeit uit een overeenkomst van aanneming van werk voor het plaatsen van een entresol. De gedaagden voerden verweer en stelden dat zij niet de juiste partij waren en dat de geleverde entresol niet conform de afspraken was. De kantonrechter oordeelde dat Viride voldoende had aangetoond dat de juiste partij was gedagvaard en dat de gedaagden tekortgeschoten waren in hun betalingsverplichtingen. De kantonrechter wees de vordering van Viride in conventie toe en veroordeelde de gedaagden tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. In reconventie werd de vordering van de gedaagden tot ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van de aanbetaling afgewezen. De gedaagden werden ook veroordeeld in de proceskosten.