Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de akte overlegging producties 17 t/m 20, ingekomen op 28 maart 2023, van [eiser in conventie]
- de mondelinge behandeling van 6 april 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
Fust 1 op 1 ruilen
Reclamaties m.b.t. bijgevoegde factuur dient u binnen 10 dagen bij ons te melden”.
€ 3.251,88
3.Het geschil
primairte veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van € 20.789,93, met wettelijke rente, althans
subsidiairtot afgifte van 47 karren, 490 legborden en 732 opzetstukken, op straffe van een dwangsom en betaling aan haar van een bedrag van € 2.500,00, met wettelijke rente,
primair en subsidiairmet veroordeling van [verweerder in reconventie] in de proceskosten, met wettelijke rente.
4.De beoordeling
Mocht je meer lossen dan je weer retour krijgt bij het lossen kunnen we het leeggoed ook overboeken als je zelf ook een administratienummer hebt”.
Moet er op de 3 auto’s die vandaag geladen hebben overal geruild worden 1:1?” antwoordt [gedaagde in conventie] :
“
Uhm nee, dat is wat lastig voor jullie omdat het leeggoed meteen bij ons gelost moet worden.
Fust 1 op 1 ruilen”niet zonder meer afleiden dat het één op één ruilen van fust in alle gevallen onderdeel uitmaakte van de vervoersovereenkomst met [eiser in conventie] . Dit betekent dat het op de weg van [gedaagde in conventie] ligt om per vervoersopdracht te stellen (en zo nodig te bewijzen) wat er over het ruilen van fust is afgesproken en dat [eiser in conventie] de gemaakte afspraak niet is nagekomen. [gedaagde in conventie] heeft niet aan die stelplicht voldaan.
€ 3.024,00 excl BTW zou moeten bedragen (in plaats van € 3.125,00 excl BTW). Aangezien [gedaagde in conventie] deze stelling niet onderbouwt en daar ook geen conclusies aan verbindt, gaat de rechtbank voorbij aan deze stelling.
[eiser in conventie] heeft betwist dat [gedaagde in conventie] schade heeft geleden, stellende dat het voor [gedaagde in conventie] niet nodig was om de karren en platen fysiek terug te brengen naar Euroveiling, omdat er met saldo wordt gewerkt en [gedaagde in conventie] de karren eenvoudig kon laten terugschrijven op naam van Euroveiling.
[gedaagde in conventie] heeft dus ook in dit verband geen voor verrekening vatbare tegenvordering op [eiser in conventie] . Haar (subsidiaire) vordering in reconventie tot betaling van € 2.500,00 zal worden afgewezen.
€ 4.472,33 in conventie (dagvaarding € 103,33, griffierecht € 2.837,00 en salaris advocaat
€ 1.532,00 (2 punten x € 766,00)) en € 1.183,00 in reconventie (salaris advocaat, 2 x 0,5 punten x € 1.183,00).