ECLI:NL:RBZWB:2023:5467

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2023
Publicatiedatum
3 augustus 2023
Zaaknummer
10231175 \ CV EXPL 22-3742 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van abonnementskosten en terugbetaling in het kader van een service abonnement

In deze bodemzaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft Debtt B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor de betaling van abonnementskosten. De procedure begon met een dagvaarding op 18 november 2022, gevolgd door verschillende zittingen en conclusies van partijen. De kern van het geschil betreft de vraag of [gedaagde01] het service abonnement, dat hij had afgesloten met [bedrijf03], tijdig heeft opgezegd. Debtt stelt dat het abonnement stilzwijgend is verlengd en dat [gedaagde01] daarom de kosten verschuldigd is. [gedaagde01] betwist dit en voert aan dat hij nooit akkoord is gegaan met de verlenging en dat hij ontevreden was over de geleverde diensten.

De Kantonrechter heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden van [bedrijf03] van toepassing zijn en dat [gedaagde01] deze voorwaarden heeft ontvangen. De rechter concludeert dat er geen bewijs is dat [gedaagde01] het abonnement heeft opgezegd, waardoor hij de abonnementskosten voor het tweede jaar moet betalen. Daarnaast is er een vordering in reconventie van [eiser in reconventie01] voor terugbetaling van eerder betaalde kosten, die door de Kantonrechter is afgewezen. De rechter oordeelt dat Debtt aan haar verplichtingen heeft voldaan en dat de vorderingen van [gedaagde01] en [eiser in reconventie01] niet toewijsbaar zijn. Uiteindelijk wordt [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van € 756,71 aan Debtt, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10231175 \ CV EXPL 22-3742
Vonnis van 19 juli 2023
in de zaak van
DEBTT B.V.,
te Dronten,
eisende partij,
hierna te noemen: Debtt,
gemachtigde: [naam01] ,
tegen
[gedaagde01] , V.H.O.D.N. [bedrijf01],
te [plaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 november 2022 met producties;
  • het extract audiëntieblad van de rolzitting van 14 december 2022;
  • de conclusie van antwoord met producties en één bijlage;
  • het extract audiëntieblad van de rolzitting van 8 februari 2023;
  • de conclusie van repliek zijdens Debtt;
  • de conclusie van dupliek zijdens [gedaagde01] met producties;
  • de akte uitlaten producties zijdens Debtt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 27 april 2021 hebben [bedrijf02] B.V. h.o.d.n. [bedrijf03] (hierna: [bedrijf03] ) en [gedaagde01] een service abonnement ten behoeve van incassowerkzaamheden afgesloten voor de duur van een jaar en voor een bedrag van € 500,00 (€ 605,00 inclusief btw).
2.2.
In de algemene voorwaarden van [bedrijf03] staat onder meer:
“6.4. De overeenkomst dient minimaal één maand van te voren schriftelijk te worden opgezegd door
de opdrachtgever.(…)
9.4.
[bedrijf03] t.h.o.d.n. [bedrijf04] is gerechtigd haar tarieven jaarlijks aan te passen op basis van de wijziging van het maandindexcijfer volgens de consumentenprijsindex
(CPI) reeks CPI — voor alle huishoudens (2000 = 100%), gepubliceerd door het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS). (…)
9.6.
Servicecontracten en debiteurenbeheer worden aangegaan voor 1 jaar en worden ieder jaar,
indien er geen schriftelijk opzegging middels een email via [e_mail01] volgt,
verlengd met nog 1 jaar. Er geldt een opzegtermijn van 1 maand, voordat het nieuwe jaar ingaat.
Maandelijks of tussentijds opzeggen is niet mogelijk.
9.7.
Schriftelijke opzegging is enkel geldig per e-mail hetgeen gezonden dient te worden naar
[website01] onder vermelding van opzegging. Indien opzegging geschiedt middels
een ander communicatiemiddel geldt dit niet als opzegging en zal het abonnement doorlopen.(…)
18.2.
[bedrijf03] t.h.o.d.n. [bedrijf04] vraagt te allen tijde een voorschot
bestaande uit griffierechten, opmaken dagvaarding en explootkosten tenzij het anders is
afgesproken.”.
2.3.
Op 21 mei 2021 is [bedrijf03] middels een juridische splitsing opgesplitst in onder meer Debtt B.V.. Ten aanzien van de rechtsverhouding, zoals deze voortvloeit tussen [gedaagde01] en [bedrijf03] , is Debtt hierdoor rechtsopvolger geworden van [bedrijf03] .
2.4.
Op 29 april 2022 heeft Debtt een factuur verzonden voor het service abonnement voor het jaar 2022.
2.5.
Op 2 mei 2022 heeft [gedaagde01] een e-mailbericht aan Debtt verzonden met daarin onder meer:

Als deze mail met factuur bedoeld is om mijn lidmaatschap van jullie te verlengen ga ik daar zeker NIET mee akkoord! Ik ben heb hiervoor nooit toestemming gegeven of iets getekend en ben geheel nooit (naast de 5% prijsstijging) nooit in gekend en stilzwijgend verlengen is ook niet acceptabel.”
2.6.
De eenmanszaak [bedrijf01] , waarvan [gedaagde01] sinds 7 maart 2011 eigenaar was, is in februari 2023 uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

3.Het geschil

In conventie:
3.1.
Debtt vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde01] tot betaling van € 756,71, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Debtt legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde01] is tekortgeschoten in de nakoming van de betalingsverplichting die voortvloeit uit de overeenkomst. Zij stelt dat [gedaagde01] het service abonnement niet heeft opgezegd, zodat het abonnement voor de duur van een jaar is verlengd. [gedaagde01] is gehouden de abonnementskosten te betalen, wat hij heeft nagelaten. Debtt vordert nu betaling daarvan, vermeerderd met rente en kosten.
3.3.
[gedaagde01] voert verweer.
3.4.
[gedaagde01] betwist de verschuldigdheid van de abonnementskosten. Hij voert aan dat hij destijds een abonnement is aangegaan met [bedrijf03] voor slechts één specifieke zaak, waarin vervolgens een rechtszaak is aangespannen om het betreffende bedrijf failliet te verklaren (hierna: de faillissementszaak). Na deze faillissementszaak heeft Debtt geen werkzaamheden meer voor [gedaagde01] verricht. [gedaagde01] heeft bij het aangaan van de overeenkomst met [bedrijf03] nooit de algemene voorwaarden van Debtt gezien en gelezen. [gedaagde01] voert aan dat hij niet akkoord is gegaan met een verlenging van de overeenkomst. Hij wilde het abonnement ook niet verlengen, omdat hij ontevreden is over de werkwijze en diensten van Debtt. Daarnaast voert [gedaagde01] aan dat hij zijn eenmanszaak inmiddels heeft beëindigd en uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel en dat er geen geld is, omdat alle zakelijk gelden zijn uitgegeven aan crediteuren in afwikkeling van zijn onderneming.
In reconventie:
3.5.
[eiser in reconventie01] vordert terugbetaling van de door hem aan Debtt betaalde abonnementskosten voor het eerste jaar van € 605,00 en de voorschotnota voor de te maken kosten voor de faillissementszaak van € 907,50, dus een totaalbedrag van € 1.512,50 (inclusief btw).
3.6.
[eiser in reconventie01] legt hieraan ten grondslag dat Debtt hem slecht, onvoldoende en oneerlijk heeft behandeld. Hij is ontevreden over de communicatie, omdat hij vaak niet of te laat werd teruggebeld en omdat er wisselende contactpersonen waren. Ook zijn er door Debtt fouten gemaakt, zoals het niet sturen van een factuur naar een andere klant in de faillissementszaak, het niet of laat doorsturen van voorstellen van de voormalig schuldenaar van [eiser in reconventie01] , het niet informeren over het verzetten van een zittingsdatum en het vervangen van de advocaat op de zittingsdag door een advocaat die niet was voorbereid. Daarnaast is het Debtt niet gelukt om zijn vordering te innen. Verder stelt [eiser in reconventie01] dat Debtt hem agressief heeft benaderd met betrekking tot de betaling van de factuur voor het tweede abonnementsjaar. Hij wil Debtt hiervoor aansprakelijk stellen en vordert terugbetaling van de door hem aan Debtt betaalde kosten voor het abonnement en de voorschotnota van de juridische kosten.
3.7.
Debtt voert verweer.
3.8.
Debtt betwist enige aansprakelijkheid voor wat [eiser in reconventie01] stelt en voert aan dat de vordering van [eiser in reconventie01] onvoldoende is onderbouwd. [eiser in reconventie01] is de abonnementskosten verschuldigd op grond van de overeenkomst en de algemene voorwaarden. Dit geldt ook voor de voorschotnota voor de te maken kosten in een gerechtelijke procedure voor de faillissementsaanvraag. Debtt voert aan dat zij in dit kader een inspanningsverplichting heeft en dat zij hieraan voldaan heeft. De faillissementsaanvraag is immers verricht en de debiteur is daadwerkelijk failliet verklaard. Verder voert Debtt aan dat zij geen garantie biedt tot het incasseren van vorderingen. De communicatie tussen partijen is niet altijd even vlot verlopen, maar Debtt betwist dat zij fouten heeft gemaakt.
3.9.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie:
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen beide geschillen gezamenlijk worden behandeld.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat tussen partijen vast staat dat [bedrijf03] en [gedaagde01] , uit hoofde van zijn eenmanszaak, een service abonnement zijn overeengekomen voor de duur van een jaar. Als niet weersproken staat ook vast dat Debtt in deze rechtsverhouding de rechtsopvolger is geworden van [bedrijf03] . Hoewel [gedaagde01] aangeeft dat hij zijn eenmanszaak inmiddels heeft beëindigd en er geen gelden meer zijn, blijft hij aansprakelijk voor de schulden van de eenmanszaak, zodat de kantonrechter oordeelt dat dit niet in de weg staat aan de verdere beoordeling.
4.3.
Voordat wordt toegekomen aan de vraag of de overeenkomst tussen partijen op grond van de door Debtt gehanteerde algemene voorwaarden rechtmatig stilzwijgend is verlengd, is eerst van belang om vast te stellen of deze algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn.
4.4.
De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde01] met zijn verweer - dat hij nooit de algemene voorwaarden van Debtt heeft ontvangen - bedoeld heeft dat Debtt de algemene voorwaarden niet (tijdig) aan hem ter hand heeft gesteld en daarom vernietigbaar zijn. Voor zover hij bedoeld heeft dat hij destijds de algemene voorwaarden van [bedrijf03] heeft ontvangen en niet die van Debtt, verwerpt de kantonrechter dit verweer. Debtt doet immers een beroep op de algemene voorwaarden van [bedrijf03] . Voor zover [gedaagde01] met zijn verweer bedoeld heeft dat hij ook die voorwaarden niet heeft ontvangen, is de kantonrechter van oordeel dat dit verweer als onvoldoende gemotiveerd betwist moet worden verworpen. Debtt heeft een bewijsdocument overgelegd waaruit volgt dat [gedaagde01] de algemene voorwaarden heeft geopend en voor akkoord heeft getekend, wat [gedaagde01] niet heeft weersproken. De kantonrechter concludeert dat de algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn en dat hier een beroep op kan worden gedaan.
Abonnementskosten
4.5.
Uit artikel 9.6. van de algemene voorwaarden volgt dat de overeenkomst na afloop van de contractperiode wordt verlengd met een jaar indien er geen schriftelijke opzegging volgt binnen de opzegtermijn van 1 maand voordat het nieuwe jaar in gaat. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde01] de overeenkomst heeft opgezegd. [gedaagde01] heeft nog verwezen naar zijn verstuurde e-mailberichten waarin hij zijn onvrede richting Debtt uit, maar de kantonrechter is van oordeel dat hieruit niet kan worden opgemaakt dat [gedaagde01] kenbaar heeft gemaakt dat hij de overeenkomst heeft willen opzeggen. Dat er door Debtt geen werkzaamheden meer zijn verricht na de faillissementszaak, zoals [gedaagde01] aanvoert, maakt het voorgaande ook niet anders. De kantonrechter concludeert dat nu de overeenkomst niet is opgezegd, deze is verlengd met nog een jaar, zodat [gedaagde01] de abonnementskosten voor dit tweede jaar op grond van de algemene voorwaarden verschuldigd is.
4.6.
[gedaagde01] heeft nog aangevoerd dat het tarief van de abonnementskosten niet zonder meer mag worden verhoogd, maar de kantonrechter verwerpt dit verweer onder verwijzing naar artikel 9.4. van de algemene voorwaarden waaruit volgt dat Debtt jaarlijks haar tarieven mag aanpassen.
Voorschotnota
4.7.
Niet in geschil is dat er mede op verzoek van [gedaagde01] een gerechtelijke procedure is gevoerd in de faillissementszaak. Op grond van 18.2. van de algemene voorwaarden is [gedaagde01] in dat geval een voorschot verschuldigd voor de hiervoor te maken kosten.
4.8.
[gedaagde01] heeft vervolgens in dit kader gesteld dat Debtt fouten heeft gemaakt, maar dit wordt door Debtt weersproken. De kantonrechter overweegt dat niet is gebleken dat de door Debtt verrichte diensten niet correct zijn geleverd. De kantonrechter is het met Debtt eens dat zij heeft voldaan aan haar inspanningsverplichting, zoals deze voortvloeit uit de overeenkomst. Dat de betreffende debiteur van [gedaagde01] uiteindelijk in staat van faillissement is komen te verkeren waardoor de kosten niet meer terug kunnen worden verhaald op de debiteur, hoe vervelend ook, leidt er niet toe dat [gedaagde01] om die reden niet aan Debtt moet betalen. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde01] niet tevreden is over de door Debtt verrichte diensten en meer specifiek over de communicatie, maar wat daar ook van zij, dit maakt de betalingsverplichting van [gedaagde01] niet anders.
4.9.
Gelet op het voorgaande ziet de kantonrechter geen grond voor terugbetaling van de abonnementskosten voor het eerste jaar en de voorschotnota, zodat de vordering van [eiser in reconventie01] in reconventie moet worden afgewezen.
4.10.
De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde01] de volledige factuur voor de abonnementskosten voor het tweede jaar aan Debtt moet betalen, zodat de gevorderde hoofdsom van € 635,25 in conventie kan worden toegewezen. De hierover gevorderde wettelijke handelsrente - tot en met 18 november 2022 berekend op een bedrag van € 26,17 - is gelet op het betalingsverzuim eveneens toewijsbaar.
4.11.
Debtt vordert € 95,29 aan vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit).
4.12.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
635,25
- rente
26,17
- buitengerechtelijke incassokosten
95,29
+
Totaal
756,71
In conventie:
4.13.
[gedaagde01] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld in conventie. Deze proceskosten worden aan de zijde van Debtt als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
112,30
- griffierecht
322,00
- salaris gemachtigde
330,00
(2,50 punten × € 132,00)
Totaal
764,30
4.14.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
In reconventie:
4.15.
[eiser in reconventie01] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld in reconventie. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Debtt als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
165,00
(2,50 halve punten × € 132,00)
Totaal
165,00

5.De beslissing

De kantonrechter
In conventie:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Debtt te betalen een bedrag van € 756,71, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 635,25 als bedoeld in artikel 6:119a BW, met ingang van 18 november 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de zijde van Debtt tot dit vonnis vastgesteld op € 764,30,
5.3.
veroordeelt [gedaagde01] onder de voorwaarde dat hij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door Debtt volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris voor de gemachtigde van Debtt,
In reconventie:
5.4.
veroordeelt [eiser in reconventie01] in de proceskosten, aan de zijde van Debtt tot dit vonnis vastgesteld op € 165,00,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2023.