ECLI:NL:RBZWB:2023:548
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift DNA-onderzoek ongegrond verklaard door rechtbank
Op 30 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bezwaarschrift tegen het bepalen en verwerken van het DNA-profiel van de veroordeelde. De veroordeelde, geboren in 1972, had bezwaar aangetekend op grond van artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. Het bezwaar was ingediend op 24 oktober 2022 en behandeld in besloten raadkamer op 17 januari 2023. De veroordeelde was niet verschenen, maar haar advocaat, mr. S.P.H. Brinkman, was wel aanwezig. De veroordeelde stelde dat het afnemen van haar DNA-profiel niet van betekenis zou zijn voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten, gezien de aard van het misdrijf en de omstandigheden waaronder het gepleegd was. De officier van justitie betoogde echter dat er een wettelijke grondslag was voor het afnemen van DNA, gezien de aard van de overtreding van de Opiumwet. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar ongegrond was, omdat het misdrijf waarvoor de veroordeelde was veroordeeld, voldeed aan de vereisten van de Wet DNA. De rechtbank benadrukte dat het afnemen van DNA-profielen bij veroordeelden een uitgangspunt is, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het bezwaar ongegrond en bevestigde de verplichting tot afname van het DNA-profiel.