ECLI:NL:RBZWB:2023:5504
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag forensenbelasting 2019 en de beschikbaarheid van de woning voor eigen gebruik
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Schouwen-Duiveland, die op 23 november 2020 een aanslag in de forensenbelasting voor het jaar 2019 heeft opgelegd. De belanghebbende, eigenaar van een gemeubileerde woning in [plaats 2], heeft zijn hoofdverblijf buiten de gemeente en heeft een verhuurovereenkomst gesloten met [BV] voor de woning. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende beroep instelde.
De rechtbank heeft het beroep op 11 juli 2023 behandeld, waarbij belanghebbende niet ter zitting aanwezig kon zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning in 2019 voor 21 dagen door belanghebbende zelf is gebruikt, terwijl deze 84 dagen verhuurd was en 260 dagen niet verhuurd. De rechtbank beoordeelt of de aanslag terecht is opgelegd, waarbij zij de argumenten van belanghebbende en de relevante wetgeving in overweging neemt.
De rechtbank concludeert dat de aanslag forensenbelasting 2019 terecht is opgelegd, omdat de woning meer dan 90 dagen voor belanghebbende of zijn gezin beschikbaar was, ondanks dat hij slechts 21 dagen gebruik heeft gemaakt van de woning. De rechtbank oordeelt dat het feitelijk gebruik niet maatgevend is en dat de aanslag dus rechtmatig is. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.P.A. Boersma en openbaar gemaakt op 3 augustus 2023.