ECLI:NL:RBZWB:2023:5520
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake sluiting bedrijfspand op grond van de Opiumwet
Op 7 juli 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de burgemeester van de gemeente Halderberge. De verzoeker, eigenaar van een bedrijfspand, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester tot sluiting van zijn bedrijfspand op grond van de Opiumwet. Het oorspronkelijke besluit tot sluiting was genomen op 12 mei 2023, met een ingangsdatum van 19 mei 2023. Dit besluit werd later gewijzigd, waardoor de sluiting op 26 mei 2023 inging en zou duren tot 25 november 2023. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij stelde dat de sluiting ernstige gevolgen had voor zijn bedrijfsvoering en persoonlijke situatie.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang. Hoewel de verzoeker zijn leeftijd en medische klachten aanhaalde als redenen voor de noodzaak van de kantoorruimte, was hij er niet in geslaagd om aan te tonen dat deze ruimte essentieel was voor zijn bedrijfsvoering. De voorzieningenrechter merkte op dat de verzoeker kort voor de sluiting de gelegenheid had gekregen om zijn kantoorbenodigdheden te verhuizen, en dat er geen bewijs was dat de verzoeker in een financiële noodsituatie verkeerde door de sluiting van het pand.
Uiteindelijk werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. I.M. Josten, in aanwezigheid van griffier M.H.A. de Graaf, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.