Op 24 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een verzoek afgewezen van de Stichting Jeugdbescherming Brabant om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2006. De kinderrechter oordeelde dat het verzoek niet kon worden toegewezen omdat er geen instemmingsverklaring was van een onafhankelijke gedragswetenschapper, zoals vereist door de Jeugdwet. De minderjarige, die recentelijk werk had gevonden en zich in een positieve ontwikkeling bevond, had aangegeven niet opnieuw in een gesloten setting geplaatst te willen worden. De GI had echter geen contact gehad met de minderjarige en er was geen nieuwe instemmingsverklaring op basis van dossieronderzoek. De kinderrechter benadrukte het belang van samenwerking tussen de minderjarige en de GI en riep hen op om in gesprek te gaan om tot een oplossing te komen. De kinderrechter concludeerde dat, gezien de omstandigheden en de noodzaak van een instemmingsverklaring, het verzoek van de GI moest worden afgewezen. De beslissing werd mondeling gegeven en is schriftelijk vastgesteld op 30 januari 2023.