3.1Inbev vordert -samengevat- bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. de tussen partijen bestaande huurovereenkomst te ontbinden;
b. [gedaagde01] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de bedrijfsruimte te verlaten en te ontruimen, onder afgifte van de sleutels aan Inbev;
c. [gedaagde01] te veroordelen om aan Inbev te betalen:
primair
- een bedrag van € 39.470,80 (behoudens de contractueel overeengekomen huurverhoging/indexering);
subsidiair
- een bedrag van € 34.070,80, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum dat iedere afzonderlijke huurtermijn betaald had moeten zijn tot aan de dag van de volledige betaling;
meer subsidiair
- een bedrag van € 34.070,80, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldatum dat iedere afzonderlijke huurtermijn betaald had moeten zijn tot aan de dag van de volledige betaling;
d. [gedaagde01] te veroordelen om aan Inbev te betalen een bedrag van € 2.405,30 (behoudens de contractueel overeengekomen huurverhoging/-indexering) voor elke maand of gedeelte daarvan vanaf december 2022 tot de datum van de ontbinding van de huurovereenkomst, te vermeerderen met:
primair
- de direct opeisbare contractuele boete van € 300,00 per maand indien de huurpenningen niet prompt op de vervaldatum worden voldaan;
subsidiair
- de wettelijke handelsrente vanaf de dag dat de huurpenningen betaald hadden moeten zijn tot aan de dag van de volledige betaling;
meer subsidiair
- de wettelijke rente vanaf de dag dat de huurpenningen betaald hadden moeten zijn tot aan de dag van de volledige betaling;
e. [gedaagde01] te veroordelen om aan Inbev als schade-/gebruiksvergoeding te betalen een bedrag gelijk aan de nu geldende huurtermijn, zijnde € 2.405,30 (behoudens de contractueel overeengekomen huurverhoging/-indexering), voor elke maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde01] vanaf de datum van de huurovereenkomst in gebreke blijft genoemde bedrijfsruimte te ontruimen, te vermeerderen met:
primair
- de direct opeisbare contractuele boete van € 300,00 per maand indien de schade-/gebruiksvergoeding niet prompt op de vervaldatum wordt voldaan;
subsidiair
- de wettelijke handelsrente vanaf de dag dat de schade-/gebruiksvergoeding betaald had moeten zijn tot aan de dag van de volledige betaling;
meer subsidiair
- de wettelijke rente vanaf de dag dat de huurpenningen betaald hadden moeten zijn tot aan de dag van de volledige betaling;
f. [gedaagde01] te veroordelen om aan Inbev te betalen een bedrag van € 2.405,30 aan schadevergoeding per maand (behoudens de contractueel overeengekomen huurverhoging-indexering) vanaf de ontruiming van het gehuurde tot 30 april 2030, het moment waarop de huurovereenkomst contractueel eindigt dan wel het tijdstip waarop Inbev een andere gelijkwaardige huurder heeft gevonden voor het gehuurde;
g. [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van
€ 1.115,71;
h. [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten.