ECLI:NL:RBZWB:2023:5594

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
C/02/411199 / JE RK 23-1135
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Hendriks
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreigingen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 juli 2023 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 29 juni 2023 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van [minderjarige01] voor de duur van negen maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij [minderjarige01], de moeder, een vertegenwoordigster van de Raad en twee vertegenwoordigsters van de GI aanwezig waren.

De feiten wijzen op een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van [minderjarige01]. Ze vertoont zelfbepalend gedrag en gaat al meer dan twee jaar niet structureel naar school. Er zijn zorgen over haar angsten, paniekaanvallen, en een verstoord dag- en nachtritme. Daarnaast zijn er signalen van middelengebruik en een onveilige relatie met een meerderjarige vriend. De ouders lijken niet in staat om gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de opvoeding te dragen, wat de situatie van [minderjarige01] verder compliceert.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders onvoldoende hebben geprofiteerd van de tot nu toe ingezette hulpverlening en dat er een noodzaak is voor observatie en diagnostiek. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling toe te wijzen, met ingang van 14 juli 2023 tot [geboortedag01] 2024, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit is noodzakelijk voor de ontwikkeling van [minderjarige01], zodat er snel stappen kunnen worden gezet in de hulpverlening en behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/411199 / JE RK 23-1135
Datum uitspraak: 14 juli 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuidwest Nederland,

hierna te noemen de Raad,
betreffende

[minderjarige01] , geboren op [geboortedag01] 2006 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [minderjarige01] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] ,

[de vader01] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,

hierna te noemen: de GI,
gevestigd te: Etten-Leur.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de Raad van 29 juni 2023, ingekomen bij de griffie op 29 juni 2023.
Op 14 juli 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige01] , die apart is gehoord;
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- twee vertegenwoordigsters van de GI.
Opgeroepen, maar niet verschenen is:
- de vader.

De feiten

[minderjarige01] is gedurende het huwelijk van de vader en de moeder geboren. Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige01] .
[minderjarige01] woont bij haar vader.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] voor de duur van negen maanden, maar tot uiterlijk [geboortedag01] 2024, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De standpunten

De Raad handhaaft het verzoek. Er is sprake van een ernstig bedreigde ontwikkeling van [minderjarige01] . [minderjarige01] vertoont zelfbepalend gedrag wat een reactie lijkt te zijn op de opvoedstijl van de ouders. [minderjarige01] krijgt onvoldoende grenzen, kaders en duidelijkheid en pakt hierin de ruimte die ze kan krijgen. Er zijn dan ook grote zorgen dat [minderjarige01] in risicovolle situaties terecht komt. Hiernaast gaat [minderjarige01] al ruim twee jaar niet structureel naar school. Het schoolverzuim lijkt een gevolg te zijn van een veel complexere, onderliggende en diepgewortelde problematiek. [minderjarige01] geeft aan angsten te hebben voor onder andere overgeven en slapen. Ook heeft ze last van paniekaanvallen. [minderjarige01] voelt zich de hele dag misselijk. Ondanks de medicatie die ze hiervoor gebruikt, eet ze minder waardoor ze erg mager is. Ook maakt de Raad zich zorgen over het verstoorde dag- en nachtritme van [minderjarige01] en over de conflicten die er zijn binnen de opvoedingsomgeving tussen [minderjarige01] en haar zus en [minderjarige01] en de ouders, waarbij het al een keer tot een fysieke escalatie is gekomen tussen [minderjarige01] en de moeder. Verder zijn er zorgen over middelengebruik. [minderjarige01] rookt jointjes, drinkt alcohol en er zijn vanuit de moeder vermoedens van mogelijk gebruik van harddrugs. Hiernaast maakt de Raad zich zorgen over de seksuele ontwikkeling (en ervaringen) van
[minderjarige01] . Ze heeft veel wisselende seksuele contacten gehad, er is zonder haar instemming een seksfilmpje van haar gemaakt en verspreid en ze heeft volgens de moeder onveilige seks waardoor ze een SOA heeft opgelopen. Doordat [minderjarige01] geen anticonceptie gebruikt, loopt ze tevens het risico om zwanger te worden. De Raad vindt het zeer zorgelijk dat [minderjarige01] de mogelijk ingrijpende gevolgen van onbeschermde seks onvoldoende inziet en dat het de ouders niet lukt om dit te voorkomen door ervoor te zorgen dat ze anticonceptie gebruikt. Ook roept [minderjarige01] ’s relatie met haar huidige vriend zorgen op, doordat er signalen zijn van geweld en zij veel bij hem verblijft. Haar vriend is 22 jaar oud, heeft een Wajong uitkering en heeft geen dagbesteding. Naast haar vriend heeft [minderjarige01] een groot sociaal netwerk, maar ook hierover zijn zorgen. [minderjarige01] lijkt veel op straat rond te hangen
waardoor ze eerder in contact komt met antisociale jongeren.
Daarnaast is er onvoldoende zicht op het handelen van de ouders. Het CJG geeft aan dat de persoonlijke problematiek van de vader van invloed is op zijn draagkracht en draaglast met betrekking tot de zorg en opvoeding van [minderjarige01] . De moeder lijkt haar rol als opvoeder van [minderjarige01] onvoldoende te voelen, doordat [minderjarige01] bij de vader woont en de moeder weinig betrokken wordt bij de hulpverlening. De moeder heeft hierdoor het gevoel weinig invloed op [minderjarige01] te hebben. Tot slot nemen de ouders hun verantwoordelijkheid onvoldoende en lijken ze geen intentie te hebben om vorm te geven aan gezamenlijk ouderschap. Het lukt ze niet om op ouderniveau met elkaar te communiceren en samen te werken in het belang van [minderjarige01] . Ze diskwalificeren elkaar als ouder.
Zowel de ouders als [minderjarige01] lijken onvoldoende geprofiteerd te hebben van de tot nu toe ingezette hulpverlening vanuit [zorginstelling01] en [zorginstelling02] . Hoewel de ouders en [minderjarige01] de hulpverlening vanuit [zorginstelling01] als helpend en steunend hebben ervaren, heeft dit de zorgen niet weg kunnen nemen en de situatie niet structureel positief kunnen veranderen. De vrijwillige hulpverlening loopt op dit moment vast, waardoor regievoering vanuit een dwangkader noodzakelijk is. In de komende periode dient er observatie en diagnostiek uitgevoerd te worden bij [minderjarige01] en het systeem, zodat er achterhaald kan worden wat de oorzaak is van haar gedrag en hoe ze het beste structureel geholpen kan worden. Tegelijkertijd dient er praktisch gekeken te worden wat binnen het gezin op de kortere termijn nodig is om meer kaders en veiligheid voor [minderjarige01] te creëren en hoe [minderjarige01] het snelst geactiveerd kan worden richting onderwijs of een passende dagbesteding. Verder is het belangrijk dat [minderjarige01] zo snel als mogelijk anticonceptie gaat gebruiken waarmee het risico op een zwangerschap fors verlaagd wordt.
De moeder stelt dat het redelijk goed gaat als [minderjarige01] bij haar thuis is. Ze hebben wel eens ruzie, maar dit komt waarschijnlijk doordat de moeder meer regels stelt dan de vader en [minderjarige01] dit niet gewend is. De moeder vindt het belangrijk dat de angsten van [minderjarige01] worden aangepakt. Daarna kan er pas gekeken worden naar school en/of dagbesteding. Er moet diagnostiek plaatsvinden, waarna er een passende behandeling kan starten. [minderjarige01] heeft begeleiding gehad vanuit [zorginstelling02] , maar omdat dit geen behandeling was, heeft dit haar niet geholpen. Ook is geprobeerd om te starten met speciaal onderwijs. Echter werd [minderjarige01] hier gefouilleerd en dit vond ze niet prettig, waardoor ook dit niet gelukt is. Daarnaast heeft de moeder gesprekken gevoerd met [minderjarige01] over anticonceptie. Ze heeft een tijdje de pil geslikt, maar hier werd ze misselijk van, waardoor ze ermee is gestopt. De moeder heeft toen aangeraden om andere vormen van anticonceptie te onderzoeken, maar zegt dat [minderjarige01] dit niet nodig vindt, omdat ze denkt dat ze niet zwanger zal worden. Tot slot stelt de moeder dat de scheiding tussen de ouders moeizaam is verlopen. Momenteel kunnen ze redelijk met elkaar communiceren, maar de moeder heeft het gevoel dat ze niet goed tot de vader door kan dringen.
Door [minderjarige01] is tijdens het gesprek met de kinderrechter naar voren gebracht dat ze niet snapt waarom de Raad bij haar betrokken is, omdat het thuis goed gaat. Wel zegt ze dat ze veel last heeft van angsten. Ze is vooral bang om over te geven en ze is bang in drukke ruimtes. Ook is ze lange tijd bang geweest om te slapen. Dat is ze nu niet meer, maar ze slaapt wel erg slecht. [minderjarige01] wil graag hulp om aan haar angsten te werken, zodat ze haar dagelijks leven weer op kan pakken en uiteindelijk weer naar school kan gaan. Ze wil graag dat er eerst diagnostiek bij haar uitgevoerd wordt, zodat ze weet wat de oorzaak van haar angsten is en ze een gerichte behandeling kan krijgen. Alleen dagbesteding helpt haar niet en ook naar school gaan of werken lukt nu niet, omdat ze dan teveel last van haar angsten heeft. De vader van [minderjarige01] heeft ook last van angsten, waardoor [minderjarige01] goed met haar vader kan praten en zich door hem begrepen voelt. [minderjarige01] zegt het nodig te hebben dat iemand haar een beetje pusht om de hulp aan te gaan. Ze wil graag dat er wordt doorgepakt. [minderjarige01] heeft voldoende vrienden en heeft een vriend. Zij weten van haar problemen, gaan hier goed mee om en zijn lief voor haar. Ze heeft wel eens ruzie met haar vriend, maar ze praten het altijd snel weer uit. Haar vriend slaat haar niet, want als hij dat zou doen, zou ze al lang bij hem weggegaan zijn.
Door de GI is gesteld dat ze de zorgen die de Raad heeft erkennen. Het is hiernaast noodzakelijk dat er wordt bekeken wat de ouders nodig hebben om [minderjarige01] te kunnen sturen en om goed samen te kunnen werken. Binnen vier weken zou er vanuit de GI iemand in dit gezin kunnen starten. Hierna wordt bekeken wie er aan het gezin gekoppeld kan worden vanuit de vestiging [plaats01] .

De beoordeling

Ingevolge het bepaalde in artikel 1:255 lid 1 BW kan de kinderrechter een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling wanneer die minderjarige zodanig opgroeit, dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en:
a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en
b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247 lid 2 BW, in staat zijn te dragen.
Op basis van de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria zoals genoemd in artikel 1:255 lid 1 BW. De kinderrechter zal daarom het verzoek toewijzen. Zij zal de ondertoezichtstelling verlenen met ingang van 14 juli 2023 en tot [geboortedag01] 2024, omdat [minderjarige01] op [geboortedag01] 2024 18 jaar oud wordt. Hierna zal de kinderrechter uitleggen waarom zij dit heeft besloten.
Uit de stukken en tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [minderjarige01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [minderjarige01] vertoont zelfbepalend gedrag en gaat al een aantal jaren niet meer structureel naar school. Dit lijkt te komen door complexe onderliggende problematiek. Ze heeft namelijk last van spanning, angsten en paniekaanvallen en slaapt erg slecht. Ondanks dat [minderjarige01] medicatie krijgt, is ze bang om over te geven, waardoor ze minder eet en afvalt. Verder zijn er zorgen over haar vriendenkeuze en over de (onveilige seksuele) relatie met haar meerderjarige vriend. Daarnaast is er nauwelijks toezicht op de thuissituatie en zijn er zorgen over drugsgebruik bij zowel de vader als bij [minderjarige01] en over ruzies tussen de vader en [minderjarige01] waar de buren melding van maken. Ook lijkt de draagkracht van de vader samen te hangen met zijn fysieke en mentale gesteldheid. Op het moment dat het niet goed met hem gaat, zegt hij afspraken af. Bij de moeder thuis blijkt er ook regelmatig ruzie te zijn, wat zelfs een keer tot fysiek geweld heeft geleid. Ook lijkt de moeder haar rol als opvoeder onvoldoende te kunnen vervullen, omdat [minderjarige01] bij de vader woont en ze weinig wordt betrokken bij de hulpverlening die tot nu toe is ingezet. Gebleken is ook dat de ouders geen invulling geven aan gezamenlijk ouderschap en dat het ze niet lukt om met elkaar op ouderniveau te communiceren. Dit baart de kinderrechter zorgen, omdat [minderjarige01] dit wel nodig heeft.
Gebleken is dat hulpverlening in een vrijwillig kader niet voldoende is geweest om de ontwikkelingsbedreiging van [minderjarige01] weg te nemen. De kinderrechter is daarom van oordeel dat de ouders en [minderjarige01] hulp en regie in een gedwongen kader nodig hebben. Tegelijkertijd ziet de kinderrechter dat de ouders in staat zijn om binnen een aanvaardbare termijn de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen.
Omdat [minderjarige01] op [geboortedag01] 2024 18 jaar oud wordt, is het van belang dat er zo snel als mogelijk stappen worden gezet in de komende periode. De kinderrechter vindt het hierbij belangrijk dat er diagnostisch onderzoek wordt uitgevoerd bij [minderjarige01] en dat er aan de hand hiervan gestart wordt met een passende behandeling. Verder neemt de kinderrechter de doelen van de Raad, zoals geformuleerd in het rapport van 29 juni 2023, over.
Uitvoerbaar bij voorraad
De kinderrechter zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, omdat het voor de ontwikkeling van [minderjarige01] noodzakelijk is dat de beslissing ondanks een eventueel hoger beroep meteen uitgevoerd kan worden.

De beslissing

De rechtbank:
stelt [minderjarige01] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Brabant met ingang van 14 juli 2023 tot [geboortedag01] 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2023 door mr. Hendriks, kinderrechter, in aanwezigheid van drs. Swint als griffier, en op schrift gesteld op 20 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.