ECLI:NL:RBZWB:2023:56

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 januari 2023
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
AWB- 22_4561
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht

Op 5 januari 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, woonachtig in [plaatsnaam], en het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers, verweerder. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 12 mei 2022, maar de rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Dit gebeurde zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank overweegt dat iemand die beroep instelt, griffierecht moet betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 50,-. De griffier heeft eiseres in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brieven te betalen. Eiseres heeft echter het griffierecht niet tijdig betaald en heeft aangegeven pas te willen betalen wanneer de rechtbank bevestigt dat het beroep tijdig is ingediend. De rechtbank oordeelt dat dit geen verontschuldiging is voor het verzuim.

Aangezien het griffierecht niet op tijd is betaald, kan de rechtbank niet toetsen of er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Daarom verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/4561

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 januari 2023 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

(gemachtigde: [naam gemachtigde] ),
en

het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 12 mei 2022 (het bestreden besluit).

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 28 oktober 2022 eiseres in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Eiseres heeft aangegeven het griffierecht pas te betalen wanneer de rechtbank heeft aangegeven dat het beroep tijdig is ingediend. Dat is geen verontschuldiging voor dit verzuim. Voordat de rechtbank kan toetsen of er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding van het ingediende beroep, dient eerst het griffierecht betaalt te zijn.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 5 januari 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.