ECLI:NL:RBZWB:2023:5611
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van de directie van de RDW van 17 maart 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet is betaald. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen wanneer het beroep niet-ontvankelijk is.
De rechtbank legt uit dat iemand die beroep instelt, verplicht is om griffierecht te betalen, zoals vastgelegd in artikel 8:41 van de Awb. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 184,-. De griffier had eiser eerder in een aangetekende brief van 3 juni 2023 geïnformeerd dat hij niet had voldaan aan de betalingsverplichting en hem een nieuwe termijn gegeven om het griffierecht te betalen. Deze brief werd echter retour ontvangen omdat deze niet was afgehaald. Eiser werd vervolgens opnieuw in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar ook deze termijn is verstreken zonder betaling.
De rechtbank concludeert dat eiser geen goede reden heeft gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, waardoor er geen verontschuldiging voor dit verzuim is. Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.