ECLI:NL:RBZWB:2023:5614
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- mr. Rouwen
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over betaling van huur en schoonmaakkosten tussen Stichting WonenBreburg en huurder
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zeeland-West-Brabant is behandeld, betreft het een huurgeschil tussen Stichting WonenBreburg en een huurder. De huurder heeft de betaling van de huur opnieuw opgeschort, omdat hij meent dat de schoonmaak van het complex waarin zijn woning is gelegen onvoldoende is. In een eerdere procedure is de huurder bij verstek veroordeeld, maar de kantonrechter oordeelt dat dit vonnis geen bindende kracht heeft in deze zaak, omdat het verweer van de huurder niet gaat om een statisch gebrek, maar om een zich herhalende tekortkoming die kan verschillen in ernst en omvang. Ondanks dit, wordt het beroep op opschorting van de huur niet aanvaard, omdat het opgeschorte bedrag als disproportioneel hoog wordt beschouwd. Bovendien is er geen bewijs dat andere bewoners klagen over de schoonmaak. Na inspecties door de verhuurder blijkt dat de schoonmaak in orde is. De kantonrechter oordeelt dat de huurder geen goede gronden heeft om de huurbetaling op te schorten en veroordeelt hem tot betaling van het verschuldigde bedrag aan WonenBreburg, inclusief wettelijke rente en incassokosten. De vorderingen van de huurder in reconventie worden afgewezen, en hij wordt in de proceskosten veroordeeld.