In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 augustus 2023, staat de vraag centraal of er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen Budget Energie en de gedaagde partij, na het faillissement van de oude energiemaatschappij Fenor. De eiser, Budget Energie, vordert betaling van leveringskosten van elektriciteit die ongevraagd aan de gedaagde is geleverd. De gedaagde betwist echter dat er een overeenkomst bestaat en stelt dat hij geen nieuwe overeenkomst met Budget Energie is aangegaan. De rechtbank oordeelt dat er geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de gedaagde niet heeft ingestemd met de voorwaarden van Budget Energie en de levering van elektriciteit als ongevraagd moet worden beschouwd. Dit betekent dat de gedaagde niet verplicht is om te betalen voor de geleverde elektriciteit. In reconventie vordert de gedaagde terugbetaling van eerder betaalde voorschotten, wat door de rechtbank wordt toegewezen. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van Budget Energie in conventie worden afgewezen, terwijl de vordering in reconventie wordt toegewezen, inclusief de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.