ECLI:NL:RBZWB:2023:5625

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 augustus 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
10327572 CV EXPL 23-302
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over ongevraagde energielevering na faillissement van energieleverancier

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 augustus 2023, staat de vraag centraal of er een overeenkomst tot stand is gekomen tussen Budget Energie en de gedaagde partij, na het faillissement van de oude energiemaatschappij Fenor. De eiser, Budget Energie, vordert betaling van leveringskosten van elektriciteit die ongevraagd aan de gedaagde is geleverd. De gedaagde betwist echter dat er een overeenkomst bestaat en stelt dat hij geen nieuwe overeenkomst met Budget Energie is aangegaan. De rechtbank oordeelt dat er geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de gedaagde niet heeft ingestemd met de voorwaarden van Budget Energie en de levering van elektriciteit als ongevraagd moet worden beschouwd. Dit betekent dat de gedaagde niet verplicht is om te betalen voor de geleverde elektriciteit. In reconventie vordert de gedaagde terugbetaling van eerder betaalde voorschotten, wat door de rechtbank wordt toegewezen. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van Budget Energie in conventie worden afgewezen, terwijl de vordering in reconventie wordt toegewezen, inclusief de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10327572 CV EXPL 23-302
Vonnis van 9 augustus 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap
BUDGET THUIS B.V., H.O.D.N. BUDGET ENERGIE,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Budget Energie,
gemachtigde: J.J. Sikkema, gerechtsdeurwaarder,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 16 januari 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie met producties;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Tussen [gedaagde01] als consument en FENOR B.V. (hierna te noemen: Fenor) heeft een overeenkomst bestaan voor de levering van elektriciteit op het [adres01] te [plaats01] . De levering is gestart op 25 januari 2021. De duur van de overeenkomst bedroeg één jaar.
2.2
Op 16 december 2021 is het faillissement van Fenor uitgesproken. Op diezelfde dag heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna te noemen: ACM) de vergunning voor het leveren van gas en elektriciteit aan kleinverbruikers ingetrokken. Fenor mocht dus geen energie meer leveren aan kleinverbruikers zoals [gedaagde01] .
2.3
Op 30 december 2021 heeft Budget Energie de volgende e-mail aan [gedaagde01] verzonden:
“Fenor is door de hoge energieprijzen in de financiële problemen gekomen. U heeft hier van hen al bericht over ontvangen. Wij nemen alle klanten van Fenor over. Dit betekent dat uper 30 december 2021 klant bent van Budget Energie. Op die manier bent u zeker van de levering van stroom. Én wij zorgen voor een soepele overgang.
(…)
De levering van stroom wordt niet onderbroken
Per 30 december is Budget Energie uw nieuwe energieleverancier. De levering van Fenor wordt op diezelfde dag stopgezet. Op deze manier wordt de levering niet onderbroken: u blijft altijd voorzien van stroom. Wij ontvangen van Fenor uw gegevens, hier hoeft u zelf niets voor te doen.
Uw tarieven en contract
We maken een nieuwe contract voor u op, met nieuwe tarieven voor stroom. Deze tarieven staan niet vast voor een bepaalde periode en wijzigen maandelijks.
Helaas kunnen we u niet dezelfde tarieven bieden als bij uw vorige contract. Wij moeten nu bijkopen in de huidige markt waarin hogere tarieven worden gerekend voor energie. Uiteraard doen we ons best om de tarieven zo laag mogelijk te houden. De tarieven zijn nu nog niet bekend. Uiterlijk 7 januari 2022 krijgt u van ons een e-mail met daarin uw nieuwe tarieven, termijnbedrag en contract.
Wat u van ons kunt verwachten
  • Op 30 december 2021 starten we de levering op uw adres.
  • Uiterlijk 7 januari 2022 krijgt u uw tarieven, termijnbedrag en contract per e-mail.
  • Als u een slimme meter heeft lezen we uw meterstanden uit. Anders krijgt u een verzoek per e-mail om uw meterstanden door te geven.
Overstappen?
Wilt u overstappen? De ACM heeft bepaald dat in deze situatie een overgangsperiode van 30 dagen van toepassing is. In deze periode mag u een overstap bij een andere energieleverancier aanvragen, maar deze mag nog niet plaatsvinden. Dit mag wel vanaf 30 januari 2022. We brengen u geen boete in rekening. U hoeft dit overigens niet aan ons door te geven. Wij horen van de overstap via uw nieuwe leverancier.
(…)”
2.4
Op 5 januari 2023 heeft Budget Energie aan [gedaagde01] een e-mail gezonden met als bijlagen onder meer de “Tarieven” en de “Leveringsovereenkomst elektriciteit - particulier”. Het maandelijkse voorschot is vastgesteld op € 39,00 per maand.
2.5
Op 8 januari 2022 heeft [gedaagde01] aan Budget Energie bericht de hem opgelegde overeenkomst op te zeggen en dat hij op 8 februari 2022 overstapt naar een andere energieleverancier.
2.6
Budget Energie heeft op 8 maart 2022 een eindafrekening opgemaakt. Op de eindafrekening wordt een bedrag van € 210,88 aan leveringskosten genoemd. Daarop wordt € 73,00 in mindering gebracht aan betaalde termijnen (januari en februari). Het restantbedrag van € 137,88 wordt aan [gedaagde01] gefactureerd.
2.7
Op 10 maart 2022 heeft [gedaagde01] via het contactformulier van Budget Energie bezwaar gemaakt tegen de eindafrekening:
“ik maak bezwaar tegen de eindnota met factuurnummer [nummer01] en factuurdatum 08-03-2022 die u mij op 9 maart 2022 omstreeks 18:22 e-mailde. De eindnota gaat voor de hele periode van 40 dagen uit van de door u opgelegde, maar niet door mij aanvaarde variabele energie- en vaste kosten. Dat is niet correct. BUDGET ENERGIE heeft immers de leveringsovereenkomst die ik met FENOR- energie destijds heb afgesloten overgenomen en dient die na te komen. Ik verwacht van u een correcte eindnota die met het bovenstaande bezwaren rekening houdt. (…)”
2.8
Budget Energie heeft op 16 maart 2022 per e-mail gereageerd op het bezwaar van [gedaagde01] :
“Na aanleiding van u e-mail op 10 maart 2022 waarin u aangaf bezwaar te maken op de eindnota stuur ik u hierbij deze mail.
Overname Fenor.
U gaf aan dat wij de leveringsovereenkomst van Fenor zouden hebben overgenomen en dit is niet het geval.
We hebben alle klanten overgenomen van Fenor omdat Fenor failliet was gegaan.
De overeenkomsten hebben wij niet meegenomen.
Wel hebben wij de gastarieven voor de klanten vastgezet die nog een langer lopend contract hadden bij Fenor. ( alleen de gasprijzen die dus vastgezet zijn )
De tarieven voor stroom zijn variabel en dit is voor iedereen zo die wij hebben overgenomen van Fenor, deze tarieven zijn ook gecommuniceerd in de welkomst mail op 5 januari 2022.
Wij hebben dus alle klanten overgenomen zodat zij toch voorzien waren van een leverancier. Wij waren dus niet verplicht om de tarieven te hanteren die Fenor hanteerde.
Correctie eindnota is niet mogelijk.
Correctie op de eindnota is dus niet mogelijk.
De tarieven zijn gecommuniceerd in de welkomst mail.”
2.9
Eveneens op 16 maart 2022 heeft Budget Energie per e-mail een aanmaning verzonden aan [gedaagde01] :
“Wij hebben geprobeerd de eindnota van uw rekening af te schrijven. Helaas is dit niet gelukt.
Wij verzoeken u € 137,88 binnen 15 dagen te betalen. Kies hieronder uw bank of scan de QR-code.
Betaal op tijd, voorkom extra kosten
Op 31 maart 2022 wordt het te betalen bedrag verhoogd met € 40,00 incassokosten naar € 177,88. Ook maken we dan aanspraak op wettelijke rente.”

3.Het geschil

In conventie
3.1
Budget Energie vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde01] tot betaling van € 180,28, te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom van € 137,88 vanaf 12 januari 2023 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde01] in de proceskosten.
3.2
Budget Energie heeft het volgende aan haar vordering ten grondslag gelegd:
I. Primair: [gedaagde01] is uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst verplicht om de leveringskosten te betalen. Budget Energie heeft na opzegging door [gedaagde01] een eindafrekening opgemaakt. [gedaagde01] is in gebreke gebleven met de betaling van het aan Budget Energie verschuldigde bedrag;
II. Subsidiair: voor zover de overeenkomst (gedeeltelijk) wordt vernietigd, wenst Budget Energie haar vordering te baseren op ongerechtvaardigde verrijking. Budget Energie heeft energie geleverd aan [gedaagde01] , waardoor [gedaagde01] is verrijkt en Budget Energie is verarmd. [gedaagde01] dient de schade die Budget Energie hierdoor heeft geleden, te vergoeden;
III. Meer subsidiair: Budget Energie heeft, zonder rechtsgrond, een prestatie geleverd aan [gedaagde01] . Die prestatie kan niet ongedaan gemaakt worden, zodat daarvoor een vergoeding moet betalen ter hoogte van de waarde van de prestatie in het economisch verkeer of de marktwaarde.
3.3
[gedaagde01] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van Budget Energie, met compensatie van partijen in de kosten van het geding. Hiertoe voert [gedaagde01] – kort en zakelijk weergegeven – het volgende aan.
[gedaagde01] betwist dat tussen hem en Budget Energie een overeenkomst bestaat. Hij is geen (nieuwe) overeenkomst met Budget Energie aangegaan en de (oude) energieovereenkomst met Fenor heeft Budget Energie naar eigen zeggen niet overgenomen. [gedaagde01] hoeft niet te betalen voor energie die Budget Energie hem ongevraagd heeft geleverd. Voor vergoeding van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente bestaat geen grond.
In reconventie
3.4
[eiser in reconventie01] vordert veroordeling van Budget Energie tot betaling van € 73,00 aan voorschotten, € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 1,74 aan wettelijke rente vanaf het moment van betaling tot 15 januari 2023, vermeerderd met de wettelijke rente over de hoofdsom van € 73,00 vanaf 15 januari 2023 tot aan de dag van algehele voldoening, met compensatie van partijen in de proceskosten.
3.5
[eiser in reconventie01] heeft aan zijn vordering in reconventie dezelfde standpunten ten grondslag gelegd als aan zijn verweer in conventie.
3.6
Budget Energie voert – kort samengevat – verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van [eiser in reconventie01] in de proceskosten.
3.7
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Gelet op de samenhang van de vorderingen in conventie en reconventie zal de kantonrechter deze gezamenlijk behandelen.
4.2
Tussen partijen staat niet ter discussie dat Budget Energie per 30 december 2021 de klanten van Fenor heeft overgenomen wegens het faillissement van Fenor en dat door Budget Energie vanaf laatstgenoemde datum tot 8 februari 2022 aan [gedaagde01] elektriciteit is geleverd. Partijen verschillen echter van mening over de vraag of [gedaagde01] voor de geleverde elektriciteit moet betalen.
4.3
De kantonrechter zal allereerst oordelen over de vraag of tussen [gedaagde01] en Budget Energie een overeenkomst is tot stand gekomen. Budget Energie heeft in dat kader gesteld dat bij de overname van de klanten na het faillissement van een energieleverancier een wettelijke procedure wordt gevolgd. Het gevolg van deze procedure is volgens Budget Energie dat er een nieuwe leveringsovereenkomst tot stand komt tussen de klant van de failliet, in dit geval [gedaagde01] , en haarzelf als nieuwe energieleverancier. De kantonrechter volgt dit standpunt niet en overweegt daartoe het volgende.
4.4
De procedure waarnaar Budget Energie verwijst, is neergelegd in het Besluit leveringszekerheid Elektriciteitswet 1998 (hierna: het Besluit). In dit geval is sprake van een overname van (uitsluitend) het klantenbestand van Fenor door Budget Energie, als bedoeld in artikel 2 lid 5 onder b van dit Besluit. De overeenkomst tussen Fenor en [gedaagde01] is niet overgenomen door Budget Energie. Dat hoeft ook niet, want voornoemde bepaling bevat immers geen voorschrift tot overname van de leveringsovereenkomsten van de stakende leverancier, in dit geval Fenor. Dat sprake is van een restverdeling door de netwerkbeheerder, als bedoeld in artikel 2 lid 6 van het Besluit, waarin is bepaald dat de aangewezen energieleverancier de levering voortzet met een overeenkomst voor onbepaalde tijd onder zijn eigen voorwaarden, is gesteld noch gebleken. Het voorgaande betekent dat er in ieder geval niet uit hoofde van het Besluit een nieuwe overeenkomst tussen partijen is ontstaan.
4.5
Ook overigens is geen sprake van een tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. Er is immers gesteld noch gebleken dat [gedaagde01] op of na 30 december 2021 een aanbod van Budget Energie tot het leveren van elektriciteit heeft aanvaard. Hoewel aanbod en aanvaarding niet uitdrukkelijk hoeven plaats te vinden, is van een of meer andere -minder uitdrukkelijke- gedragingen, die als een instemming met een aanbod kunnen worden aangemerkt, evenmin gebleken. Daarbij is mede van belang, dat [gedaagde01] zich van meet af aan heeft ingespannen de periode van levering zo kort mogelijk te houden, hetgeen ook is gelukt. De kantonrechter oordeelt derhalve dat tussen partijen geen overeenkomst bestaat, zodat Budget Energie daarvan ook niet met succes nakoming kan vorderen.
4.6
Ook het subsidiaire en meer subsidiaire beroep van Budget Energie op ongerechtvaardigde verrijking respectievelijk onverschuldigde betaling slaagt naar het oordeel van de kantonrechter niet. Vast staat dat elektriciteit is geleverd door Budget Energie aan [gedaagde01] , terwijl [gedaagde01] daar niet om heeft gevraagd.
De levering van elektriciteit valt binnen de werkingssfeer van de consumentenbescherming [1] . Dat brengt mee dat artikel 7:7 lid 2 BW in dit geval van toepassing is. In dit artikel is bepaald dat geen verplichting tot betaling ontstaat bij een ongevraagde levering van (onder meer) energie. In de Memorie van Toelichting bij dit artikel wordt opgemerkt dat evenmin op een andere rechtsgrond, zoals onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking, een betalingsverplichting kan ontstaan, voor zover deze is te herleiden tot de geleverde zaken of de verrichte diensten. Dit betekent dat de verrichte diensten jegens de consument om niet zijn verricht (Kamerstukken II 2012/13, 33520, nr. 3, p. 57 en 58). Er is voor [gedaagde01] dus geen verplichting tot betaling ontstaan.
4.7
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat het de (neven)vorderingen van Budget Energie in conventie aan enige juridische grondslag ontbreekt, zodat deze zullen worden afgewezen. De overige verweren van [gedaagde01] behoeven daarom geen bespreking meer.
4.8
Door Budget Energie is niet weersproken dat [gedaagde01] een bedrag van € 73,00 aan voorschotten aan haar heeft betaald. Gelet op het voorgaande stelt de kantonrechter vast dat deze betaling zonder rechtsgrond en daarmee onverschuldigd heeft plaatsgevonden. De vordering in reconventie tot terugbetaling van dit bedrag wordt dan ook toegewezen.
4.9
In reconventie heeft [eiser in reconventie01] ook een vergoeding gevorderd van de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is (hierna: Besluit incassokosten). [eiser in reconventie01] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat hij buitengerechtelijke incassowerkzaamheden heeft verricht. Zo heeft hij onder meer een sommatiebrief verzonden. Het gevorderde bedrag van € 40,00 komt overeen met het in het Besluit incassokosten bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.1
Door [eiser in reconventie01] is gesteld en door Budget Energie is niet weersproken dat het verzuim van Budget Energie is ingetreden op het moment dat er onverschuldigd is betaald. De wettelijke rente wordt toegewezen zoals hieronder in de beslissing wordt vermeld.
4.11
Budget Energie is in het ongelijk gesteld en [eiser in reconventie01] in het gelijk. Nu [eiser in reconventie01] geen kostenveroordeling heeft gevraagd, doch expliciet te kennen heeft gegeven een compensatie van kosten te verlangen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, zal aldus worden beslist.

5.De beslissing

De kantonrechter:
In conventie
wijst de vorderingen van Budget Energie af;
In reconventie
veroordeelt Budget Energie om, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, aan [eiser in reconventie01] te betalen een bedrag van € 114,74, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 73,00 vanaf 15 januari 2023 tot aan de dag van algehele voldoening;
In conventie en reconventie
compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Burgt en in het openbaar uitgesproken op 9 augustus 2023.

Voetnoten

1.Dat ligt anders bij de levering van drinkwater (HR 17 december 2021,