In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 9 augustus 2023 een vonnis gewezen in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. W.M.H. Franken-Van Gils, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J.B. Cornelissen. De zaak betreft een geschil over de kwaliteit van reparaties aan een Harley Davidson Streetglide, die door gedaagde zijn uitgevoerd. Eiser stelt dat de eerste reparatie niet goed is verricht, wat heeft geleid tot gevolgschade aan de motor. Gedaagde betwist deze claim en stelt dat de schade niet als gevolgschade kan worden gekwalificeerd.
De Kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 1 maart 2023 partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de vraag of de tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst niet voor herstel vatbaar is. Eiser heeft gesteld dat de gebreken niet te herstellen zijn, terwijl gedaagde aanvoert dat de schade niet als gevolgschade kan worden aangemerkt. De Kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van verzuim en heeft besloten een deskundige te benoemen om de kwaliteit van de uitgevoerde reparaties te onderzoeken.
De deskundige zal onder andere de vraag beantwoorden of de eerste reparatie deugdelijk is uitgevoerd en of de schade aan de motor is ontstaan door ondeugdelijke reparaties. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 1.500,- inclusief BTW, en eiser is verantwoordelijk voor het voorschot. De zaak is verwezen naar een rolzitting op 6 september 2023, waar partijen zich kunnen uitlaten over de deskundige en de aan hem voor te leggen vragen. Iedere verdere beslissing is aangehouden.