ECLI:NL:RBZWB:2023:5695

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
C/02/ 412823 HA RK 23-167 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • M. Holierhoek
  • A. de Roos
  • J. Hopmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek kennelijk ongegrond in civiele procedure

Op 16 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een wrakingsverzoek van [verzoekster01] B.V. behandeld. Het verzoek was gericht tegen mr. Van der Lende-Mulder Smit, die als kantonrechter optrad in een civiele procedure. De wrakingsgronden waren onder andere dat de rechter onvoldoende rekening hield met mogelijke fraude in de hoofdzaak en dat de directeur van verzoekster, [naam01], een getuigenverklaring wilde afleggen. De rechtbank oordeelde dat de wrakingsgronden kennelijk ongegrond waren. De rechter wordt geacht onpartijdig te zijn, en er waren geen uitzonderlijke omstandigheden die de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd maakten. De beslissing om de mondelinge behandeling niet aan te houden werd als een procesbeslissing beschouwd, waarover de wrakingskamer geen oordeel kan vellen. De rechtbank verklaarde het wrakingsverzoek ongegrond en bepaalde dat de behandeling van de hoofdzaak voortgezet zal worden. Deze beslissing werd genomen door mr. Holierhoek, mr. de Roos en mr. Hopmans, met mr. Hamans als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie: Middelburg
Procedurenummer: C/02/ 412823 HA RK 23-167
beslissing van 16 augustus 2023 op het wrakingsverzoek zoals bedoeld in artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:
[verzoekster01] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats01] ,
verzoekster,
gemachtigde: mr. J.H. Weermeijer.

1.Procesverloop

Het verloop van deze procedure blijkt onder meer uit:
 de processtukken zoals opgenomen in het procesdossier van de hoofdzaak met zaaknummer 10284639 CV EXPL 23-140,
 de e-mail namens verzoekster van 14 augustus 2023 om 12:14 uur met daarin de wrakingsgronden,
 de e-mail van de gewraakte rechter van 14 augustus 2023 om 14:50 uur waaruit blijkt dat zij niet in de wraking berust.

2.Het verzoek

Het verzoek strekt tot wraking van mr. Van der Lende-Mulder Smit (hierna: de rechter), optredend als kantonrechter in de bovengenoemde hoofdzaak.

3.Feiten

3.1
In de hoofdzaak gaat het om de vordering van verzoekster tot het veroordelen van [gedaagde01] , [gedaagde02] en [gedaagde03] (gedaagden), allen zowel in privé en/of als voormalig bestuurder van [bedrijf01] , gevestigd te [vestigingsplaats02] (Duitsland), tot betaling van een bedrag van € 25.000,- vanwege het niet volledig betalen van facturen voor het leveren van binnenvaartpersoneel alsmede bijkomende kosten.
3.2
Nadat gedaagden, bijgestaan door mr. J.C. van Zuethem, een conclusie van antwoord hebben uitgebracht, heeft de rechter bij vonnis van 23 maart 2023 een mondelinge behandeling bevolen op maandag 14 augustus 2023 van 13:30 tot 15:00 in het gerechtsgebouw te Middelburg.
3.3
Gedaagden hebben op 3 augustus 2023 producties ingebracht. Verzoekster heeft op 4 en 10 augustus 2023 producties ingebracht.
3.4
Op maandag 14 augustus 2023 om 10:30 uur heeft verzoekster verzocht om aanhouding van de mondelinge behandeling. Om 11:29 uur heeft de gemachtigde van gedaagden op verzoek van de rechter om een standpunt over dit verzoek meegedeeld geen reden te zien tot aanhouding. Om 11:36 uur is namens de rechter aan verzoekster meegedeeld dat het verzoek om aanhouding is afgewezen en dat de mondelinge behandeling doorgang zal vinden. Vervolgens heeft verzoekster de rechter gewraakt.

4.Het standpunt van verzoekster

4.1
Volgens verzoekster heeft de rechter om twee redenen de schijn van partijdigheid gewekt.
4.2
Verzoekster voert aan dat de rechter er onvoldoende rekening mee houdt dat in de hoofdzaak met grote mate van zekerheid sprake is van fraude. Verzoekster wenst de Officier van Justitie te vragen een onderzoek te starten alvorens verder te gaan met de hoofdzaak. Als na afloop van de hoofdzaak pas duidelijkheid ontstaat over de strafrechtelijke aspecten moet de hoofdzaak opnieuw, wat veel tijd en kosten met zich brengt.
4.3
Daarnaast voert verzoekster aan dat de heer [naam01] , naar de wrakingskamer begrijpt de directeur van verzoekster, net een vreselijke echtscheiding heeft weten af te wenden en dat hij daar even van moet bijkomen. Hij heeft er belang bij om zelf een verklaring af te leggen. Daarom is bij het verzoek om aanhouding ook een verzoek gedaan om hem als getuige te laten horen. Verzoekster wijst hierbij op artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM, het recht op een eerlijk proces).

5.De beoordeling

Beoordelingskader
5.1
Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
5.2
Voorop moet worden gesteld dat bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van een rechter als uitgangspunt geldt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn. Dit is slechts anders als zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert dat een rechter ten aanzien van een procespartij vooringenomen is, althans dat de bij die partij bestaande vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.
Beoordeling van de wrakingsgronden
5.3
De beslissing van de rechter om de mondelinge behandeling van de vordering niet aan te houden betreft een procesbeslissing.
5.4
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, bijvoorbeeld het arrest van 25 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1413, komt de wrakingskamer geen oordeel toe over de juistheid van een procesbeslissing, de vraag of al dan niet hoor en wederhoor correct is toegepast daaronder begrepen. Ook over de motivering van een procesbeslissing mag de wrakingskamer geen oordeel geven, zelfs niet als het gaat om een door verzoekster onjuist, onbegrijpelijk, gebrekkig of te summier geachte motivering of het ontbreken van een motivering. De reden hiervoor is dat er tegen een uitspraak van de rechtbank doorgaans een rechtsmiddel (zoals hoger beroep) kan worden ingesteld waarbij dit aan de orde kan komen.
5.5
Alleen als een procesbeslissing in het licht van de omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten niet anders kan worden verstaan dan als blijk van vooringenomenheid, kan dat tot een ander oordeel leiden. Naar het oordeel van de wrakingskamer is daarvan in deze zaak niet gebleken. Met het laten doorgaan van de eerder geplande mondelinge behandeling heeft de rechter zich nog niet uitgelaten over de stelling van verzoekster dat er fraude is gepleegd of over haar verzoek om [naam01] als getuige te horen. Dat de hoofdzaak mogelijk opnieuw zou moeten worden behandeld als een eventueel strafrechtelijk onderzoek daartoe aanleiding zou geven, ziet niet op de onpartijdigheid van de rechter.
5.6
Gelet op het voorgaande kan niet worden geconcludeerd dat de rechter ten aanzien van verzoekster vooringenomen is of dat haar vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarom is de wrakingskamer van oordeel dat het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond moet worden verklaard.
5.7
Omdat sprake is van een kennelijk ongegrond wrakingsverzoek laat de wrakingskamer een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege. Dat verzoeker heeft meegedeeld het wrakingsverzoek op een zitting te willen toelichten, maakt dit niet anders.

6.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart het verzoek tot wraking van de rechter kennelijk ongegrond;
 bepaalt dat de behandeling van de hoofdzaak met zaaknummer 10284639 CV EXPL 23-140 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens de indiening van dit verzoek.
Deze beslissing is genomen op 16 augustus 2023 door mr. Holierhoek, rechter en voorzitter, en mr. De Roos en mr. Hopmans, rechters, in aanwezigheid van mr. Hamans, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.