Uitspraak
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [minderjarige01] ,
[minderjarige02], geboren op [geboortedatum02] 2014 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [minderjarige02] .
1.Het procesverloop
- het op 28 april 2023 ingekomen verzoekschrift, met producties 1 t/m 3;
- het op 20 juli 2023 ingekomen verweerschrift, met producties 1 t/m 10.
2.De feiten
- De man zal om de week vanaf vrijdagavond 18:00 uur tot zondagavond 19:00 uur de minderjarigen bij zich hebben. De vrouw zal de minderjarigen op vrijdag om 18:00 uur afzetten bij het Centraal Station te [plaats01] . De man zal zorgen dat de minderjarigen op zondag om 19:00 uur weer thuis zullen zijn bij de vrouw.
- Extra contactmomenten tussen de man en de minderjarigen worden in onderling overleg tussen de ouders bepaald, naar behoefte.
- De ouders zullen er beiden voor waken dat de minderjarigen zullen opgroeien in een veilige en rustige omgeving, waarin zij niet met agressie/geweld zullen worden geconfronteerd.
3.De verzoeken
- om een definitieve verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen partijen vast te stellen, op basis waarvan de man en de minderjarigen [minderjarige01] en [minderjarige02] gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar eenmaal in de even weekenden van vrijdag 18:00 uur tot zondag 19:00 uur, tijdens de helft van de vakanties en feestdagen door partijen in onderling overleg te bepalen, zoveel mogelijk aansluitend bij de reguliere zorgregeling, op Vaderdag, op de verjaardagen van [minderjarige01] en [minderjarige02] (om en om) en op de verjaardag van de man, met bepaling dat de regeling ingaat met ingang van het tweede weekend nadat de beschikking is gegeven en dat partijen zorgdragen voor het halen en brengen zoals afgesproken in het ouderschapsplan, althans een zodanige zorgregeling te bepalen als de rechtbank in goede justitie in het belang van [minderjarige01] en [minderjarige02] acht;
- zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere keer nadat de vrouw, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, in gebreke blijft om aan de in dezen te wijzen beschikking te voldoen, een en ander zonder maximum vast te stellen;
- zulks met machtiging aan de man om het in dezen te wijzen beschikking ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm, nadat de vrouw, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, in gebreke blijft om aan de in dezen te wijzen beschikking te voldoen;
- daarbij te bepalen dat de vrouw haar onvoorwaardelijke medewerking zal verlenen aan alle in redelijkheid door de rechtbank te bepalen omgangscontacten, begeleidingstrajecten, onderzoeken of anderszins op te leggen maatregelen, zulks op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00, althans een bedrag dat de rechtbank redelijk acht, voor iedere dag, nadat de vrouw, nadat twee dagen na betekening zijn verstreken, in gebreke blijft om aan het in dezen te wijzen beschikking te voldoen, althans een regeling die de rechtbank redelijk acht;
- de vrouw te veroordelen in de kosten van deze procedure, inclusief nakosten, in die zin dat zij een bedrag van € 3.717,13, te vermeerderen met de nakosten, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, aan de man dient te betalen.
voorlopiggerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar:
- tweemaal in de even weekenden op zaterdag van 10:00 uur tot 19:30 uur;
- vervolgens viermaal in de even weekenden van zaterdag 10:00 uur tot zondag 13:00 uur;
- vervolgens in de even weekenden van vrijdag 18:00 uur tot zondag 19:00 uur,
- de door partijen in artikel 3.1 van het ouderschapsplan overeengekomen verdeling van de zorg- en opvoedingstaken over de minderjarigen te wijzigen en in plaats daarvan te bepalen dat de man en de minderjarigen gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar gedurende een middag per week, in onderling overleg tussen partijen te bepalen, althans een zodanige regeling vast te stellen als de rechtbank in het belang van de minderjarigen wenselijk voorkomt;
- de door partijen in artikel 3.2 van het ouderschapsplan overeengekomen regeling van het vervoer in het kader van de verdeling te wijzigen en in plaats daarvan te bepalen dat de man de minderjarigen ophaalt en terugbrengt bij het huis van de vrouw, althans een zodanige regeling vast te stellen zoals de rechtbank juist en gerade acht;
- de man te veroordelen om aan de vrouw tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de werkelijke kosten van deze procedure, alsmede de nakosten, alles evenzeer te vermeerderen met de wettelijke rente, voor zover mogelijk, indien deze kosten niet zijn voldaan binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking, dan wel binnen een termijn die de rechtbank juist en gerade acht.
4.De beoordeling
- de ouders hebben inzicht in de (psychologische) gevolgen van de scheiding voor het kind;
- het kind heeft een stem in het scheidingsproces, voelt zich gehoord en gesteund;
- de (gezagdragende) ouders zorgen voor afspraken en beslissingen die in het belang zijn van het kind;
- het kind en de (gezagdragende) ouders hebben onbelast contact met elkaar;
- er is inzicht in de mogelijkheden/belemmeringen van beide ouders en de hulp die nodig is om een stabiele opvoedsituatie voor het kind te realiseren (binnen de scheidingssituatie).
- In hoeverre komt een wijziging van de omgangsregeling, conform het zelfstandige verzoek van de vrouw, tegemoet aan de belangen van de minderjarigen?
- Hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie vorm gegeven te worden?
voorlopig, te weten totdat de rechtbank definitief beslist, gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar op zaterdag 12 augustus 2023 en zaterdag 26 augustus 2023 van 10:00 uur tot 19:00 uur. Aangezien de rechtbank de zorgen van de vrouw deelt over de eet- en gedragsproblemen van de minderjarigen, zal de rechtbank voorts bepalen dat de man en de minderjarigen vanaf zaterdag 9 september 2023 eenmaal per veertien dagen, in de even weken, gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar van zaterdag 10:00 uur tot zondag 19:00 uur (dus met overnachting), onder de voorwaarde dat de man contact heeft opgenomen en tips en adviezen heeft gekregen van de diëtiste van de minderjarigen en de begeleider van [minderjarige02] over hoe om te gaan met de eet- en gedragsproblematiek van de minderjarigen en deze ook feitelijk gaat toepassen. De rechtbank zal die voorlopige regeling in het kader van het verzoek van de man tot vaststelling van de bestaande zorgregeling tussen hem en de minderjarigen vastleggen. Aan de beoordeling of er sprake is van gewijzigde omstandigheden sinds partijen de bestaande zorgregeling waar zij feitelijk uitvoering aan gaven zijn overeengekomen - zoals namens en door de vrouw is betwist - komt de rechtbank dan ook niet toe. De rechtbank benadrukt dat deze voorlopige zorgregeling een minimumregeling betreft. Partijen kunnen deze regeling, al dan niet in het kader van het UHA, dus uitbreiden.
5.De beslissing
- [minderjarige01] geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] ;
- [minderjarige02] geboren op [geboortedatum02] 2014 te [geboorteplaats01] ,
- op zaterdag 12 augustus 2023 en zaterdag 26 augustus 2023: van 10:00 uur tot 19:00 uur;
- met ingang van zaterdag 9 september 2023: tweewekelijks (in de even weken) van zaterdag 10:00 uur tot zondag 19:00 uur, onder de voorwaarde dat de man contact heeft opgenomen en tips en adviezen heeft gekregen van de diëtiste van de minderjarigen en de begeleider van [minderjarige02] over hoe om te gaan met de eet- en gedragsproblematiek van de minderjarigen en deze ook feitelijk toepast,
waarbij de vrouw in het kader van deze voorlopige zorgregeling zorgdraagt voor het brengen van de minderjarigen naar het Centraal Station in [plaats01] en de man zorgdraagt voor het terugbrengen van de minderjarigen naar de vrouw, met inachtneming van hetgeen hiervoor onder rechtsoverwegingen 4.17 en 4.18 is overwogen;
dinsdag 21 mei 2024 PRO FORMA, of zoveel eerder als mogelijk is, de rapportage over het verloop en het resultaat van het (jeugd)hulpverlenings-traject bij de rechtbank in te dienen;
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.