ECLI:NL:RBZWB:2023:570
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van niet-ontvankelijkheid en ongegrondverklaring van belastingberoepen
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 2 februari 2023, zijn de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst beoordeeld. De rechtbank behandelt drie zaken: de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor de jaren 2015, 2016 en 2017. De rechtbank concludeert dat het beroep voor het jaar 2016 ontvankelijk is, maar ongegrond, terwijl de beroepen voor de jaren 2015 en 2017 niet-ontvankelijk zijn. De rechtbank oordeelt dat het beroepschrift voor 2016 tijdig is ingediend, maar dat de argumenten van belanghebbende voor de jaren 2015 en 2017 niet overtuigend zijn. Belanghebbende heeft aangevoerd dat hij door omstandigheden, waaronder een ziekenhuisopname, niet in staat was om tijdig beroep in te stellen, maar de rechtbank acht deze stelling niet aannemelijk. De rechtbank wijst de verzoeken van belanghebbende af en kent geen proceskostenvergoeding toe.