ECLI:NL:RBZWB:2023:5720

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
16 augustus 2023
Zaaknummer
10461693 CV EXPL 23-1475 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot terugbetaling koopprijs van een tweedehands auto wegens non-conformiteit

In deze civiele zaak heeft eiser, een consument, een tweedehands auto gekocht van gedaagde, een V.O.F. De auto vertoonde na ongeveer 2,5 maand een gebrek aan de koppeling. Eiser heeft de verkoper verzocht om het gebrek te herstellen, maar gedaagde heeft dit geweigerd. Eiser heeft vervolgens de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vordert terugbetaling van de koopsom van € 1.350,-, vermeerderd met kosten. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat de auto voor een lage prijs is verkocht en dat eiser het risico van gebreken heeft aanvaard. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van eiser moet worden afgewezen. De rechter overweegt dat de auto, gezien de hoge leeftijd en lage prijs, niet aan de verwachtingen van eiser kon voldoen. Eiser had moeten beseffen dat een tweedehands auto eerder gebreken vertoont. De kantonrechter concludeert dat de buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst niet gerechtvaardigd was en dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen over de betaling van kosten door gedaagde. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn vastgesteld op € 497,50.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10461693 \ CV EXPL 23-1475
Vonnis van 16 augustus 2023
in de zaak van
[eiser01],
te [plaats01] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: Daan Postma Juridische Dienstverlening,
tegen
[gedaagde01] V.O.F.,
te [plaats02] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde01] ,
procederend in persoon, door dhr. [naam] , een van de vennoten.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- een aanvullend processtuk van [eiser01] , door de rechtbank ontvangen op 15 mei 2023
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser01] heeft op 5 of 22 november 2022 van [gedaagde01] een Fiat Punto met [kenteken01] zonder garantie gekocht (hierna te noemen: de auto) voor een bedrag van € 1.350,-.
2.2.
[gedaagde01] heeft de auto laten APK-keuren en heeft er een nieuwe accu ingedaan.
2.3.
[eiser01] heeft op of rond 19 januari 2023 bij [gedaagde01] aangegeven dat er niet meer met de auto gereden kon worden, omdat de auto niet meer in een versnelling kon worden geschakeld en heeft gevraagd aan [gedaagde01] om dit te herstellen. [eiser01] heeft daarbij in een (sommatie)brief op 19 januari 2023 aangegeven dat als de gebreken niet hersteld zullen worden, hij de koop zal ontbinden.
2.4.
De auto is met de auto-ambulance op 14 februari 2023 naar [gedaagde01] gebracht. Een monteur van [gedaagde01] heeft naar de auto gekeken en die heeft vastgesteld dat de koppeling kapot is. [gedaagde01] schatte de kosten voor het herstel hiervan op € 1.200,- en heeft aan [eiser01] voorgesteld om 50/50 de kosten te verdelen.
2.5.
[eiser01] was hier niet mee akkoord. [eiser01] heeft op 16 februari 2023 het volgende in een brief aan [gedaagde01] geschreven:
“ (…) ontbinding koopovereenkomst
(…) Ik gaf u de gelegenheid om de auto, geheel op uw kosten, te maken. U weigerde dit, daarom ontbind ik hierbij de koopovereenkomst.
U heeft de auto al op uw terrein staan, het enige dat nu nog rest is dat u de koopsom van € 1350 aan mij overmaakt (…) binnen 7 dagen na vandaag en uiterlijk op 24 februari 2023 (…).”
2.6.
De auto is bij [gedaagde01] blijven staan. De auto is niet gerepareerd.
2.7.
[eiser01] heeft als productie 7 een appgesprek van 6 april 2023 overgelegd. In dit gesprek is gezegd:
[gedaagde01] : Hoi stuur je kentekenbewijs en dee1 en deel2
Maak ik je geld over
[eiser01] : Wij komen dus overeen dat u alle kosten betaald?
[gedaagde01] : Ja stuur
Kentekenbewijs
Maak ik geld over want blijven hangen
(…)
[eiser01] : De kosten zijn:
Hoofdsom (…)
Buitengerechtelijke invorderingskosten (..)
Salaris gemachtigde (…)
Proceskosten dagvaarding (…)
Totaal= 2.073,03 (…)
[gedaagde01] : Wat Eg je nou
2073 aeuro
Wat zeg je nou
2073 jij bent te gek
Maak me niet gek ja (…).
2.8.
[eiser01] is op 12 mei 2023 gebeld door de handhaving van gemeente Tilburg. In dit gesprek is aan [eiser01] verteld dat de auto vernield is aangetroffen op de openbare weg. Het voertuig stond naast het terrein van [gedaagde01] . [eiser01] heeft foto’s overgelegd van (de vernielingen van) het voertuig.

3.Het geschil

3.1.
[eiser01] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde01] tot betaling van € 1.794,03, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[gedaagde01] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser01] legt aan zijn vordering het volgende ten grondslag.
Er is sprake van een consumentenkoop. Hij had van een auto voor € 1.350,- mogen verwachten dat deze langer meegaat dan 2,5 maand zonder groot onderhoud of grote gebreken. Hij heeft [gedaagde01] meerdere keren in de gelegenheid gesteld om de gebreken op kosten van [gedaagde01] te herstellen. Aangezien [gedaagde01] dit heeft geweigerd, heeft [eiser01] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden op 16 februari 2023. Daarbij is [eiser01] met [gedaagde01] overeengekomen dat [gedaagde01] alle kosten zou betalen, waarmee de ontbinding van de koopovereenkomst dus door [gedaagde01] is bevestigd. De schade die daarna is ontstaan aan de auto, die door [eiser01] naar [gedaagde01] was gebracht, blijft voor rekening van [gedaagde01] , alleen al om de reden dat de overeenkomst toen al was ontbonden. Als dit niet het geval zou zijn, had [gedaagde01] op zijn minst de plicht om de auto goed onder zich te houden.
4.2.
[gedaagde01] voert het volgende verweer.
De auto is verkocht voor € 1.350,-. Voor dit bedrag kun je bijna geen fiets meer kopen. [gedaagde01] heeft in eerste instantie voorgesteld de koppeling te repareren tegen een 50/50-verdeling van de kosten, maar daar is [eiser01] niet mee akkoord gegaan. Nadat [gedaagde01] de dagvaarding heeft ontvangen is, heeft zij het voorstel gedaan om de auto terug te kopen voor € 1.350,-, maar dit heeft [eiser01] niet geaccepteerd, omdat hij ongeveer € 2.250,- wilde hebben vanwege de kosten. Daar is [gedaagde01] het niet mee eens. [gedaagde01] heeft daarnaast aangegeven dat zij bereid is om de auto te repareren, exclusief de schade aan de auto die buiten het terrein is opgelopen, omdat dit niet onder haar verantwoordelijkheid valt. [eiser01] had namelijk toestemming gegeven om de auto, wegens tekort aan ruimte op het terrein van [gedaagde01] buiten het terrein te plaatsen.
4.3.
De kantonrechter is in dit geval van oordeel dat de vordering van [eiser01] moet worden afgewezen en legt hieronder uit waarom.
4.4.
De kantonrechter stelt voorop dat de koopovereenkomst met betrekking tot de auto als een consumentenkoop (in de zin van artikel 7:5 van het Burgerlijk Wetboek, hierna te noemen: BW) moet worden beschouwd, aangezien deze is aangegaan tussen [gedaagde01] in de uitoefening van haar (auto)bedrijf en [eiser01] als consument.
4.5.
De hoofdvraag in deze zaak is de vraag of de auto beantwoordt aan de koopovereenkomst. Volgens de wet (artikel 7:17 lid 1 BW) is de verkoper verplicht een zaak af te leveren die aan de overeenkomst beantwoordt. In geval een auto wordt gekocht om daarmee, naar de verkoper bekend is, aan het verkeer deel te nemen zal als regel moeten worden aangenomen dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst, indien als gevolg van een daaraan klevend gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld, zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren.
4.6.
Deze regel kan onder omstandigheden een uitzondering hebben bijvoorbeeld indien de koper geacht kan worden het risico van gebreken te hebben aanvaard (HR 15 april 1994, NJ 1995,614). De enkele omstandigheid dat de auto zonder garantie is verkocht, acht de kantonrechter hiervoor niet voldoende. Ingeval van een consumentenkoop, zoals de onderhavige, kan een professionele verkoper zich niet door het feit dat geen garantie is verstrekt onttrekken aan de wettelijke regels omtrent conformiteit.
4.7.
Daarbij is van belang dat het hier, volgens de overeenkomst die [eiser01] als productie 1 heeft overgelegd, gaat om de koop van een tijdens de koop ongeveer 20 jaar oude tweedehands auto met een kilometerstand van 132.665. De koopsom van de auto bedroeg € 1.350,-. Een auto is bij normaal gebruik aan slijtage onderhevig en in het algemeen geldt dat de kans dat mankementen gaan optreden groter wordt naarmate de auto ouder is. Dat gegeven is meegenomen in de koopprijs van een tweedehands auto, die – afhankelijk van de ouderdom – daarom lager is dan die van een nieuwe. De koper van een tweedehands auto moet tegenover het voordeel van een veel lagere aanschafprijs in het algemeen bedacht zijn op het nadeel dat een tweedehands auto doorgaans eerder gebreken zal vertonen dan een nieuwe. Daarop moest ook [eiser01] bedacht zijn, vooral nu in dit geval geen garantie was verleend.
4.8.
Tussen partijen staat vast dat de auto ongeveer 2,5 maand na de koop een gebrek aan de koppeling vertoonde. Gelet op de (zeer hoge) leeftijd van de auto en de (zeer lage) aanschafprijs heeft [eiser01] het feit dat de auto na een paar maanden een gebrek vertoonde voor zijn risico genomen en dit kan niet op [gedaagde01] worden afgewenteld. Daarbij geldt dat de auto zonder garantie is gekocht. Het had in dit verband op de weg van [eiser01] gelegen om een onderzoek te laten verrichten naar de technische staat van de auto voordat hij tot de koop overging. Behalve een standaard APK is niet gesteld of gebleken dat [eiser01] dit heeft gedaan, waarmee hij de goede en de slechte kansen met betrekking tot de staat van de auto heeft geaccepteerd. De buitengerechtelijke ontbinding van de koopovereenkomst op 16 februari 2023 door [eiser01] was naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet gerechtvaardigd.
4.9.
De stelling van [eiser01] dat hij met [gedaagde01] is overeengekomen dat [gedaagde01] alle kosten zou betalen, volgt de kantonrechter daarbij ook niet. Uit het appgesprek van 6 april 2023 dat [eiser01] heeft overgelegd ( productie 7) blijkt immers dat [gedaagde01] hiermee niet bedoeld heeft akkoord te gaan met alle kosten, inclusief alle buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. Aangezien dit wel het voorstel was van [eiser01] , komt de kantonrechter dan ook tot het oordeel dat er tussen partijen op dit punt geen overeenkomst tot stand is gekomen. Dit betekent dat de vordering tot terugbetaling van de aankoopprijs niet toewijsbaar is.
4.10.
Ten aanzien van de schade die later is opgetreden buiten het terrein van [gedaagde01] , overweegt de kantonrechter het volgende. [eiser01] heeft geen vordering aan deze schade verbonden. [eiser01] heeft in deze zaak namelijk alleen terugbetaling van de koopprijs gevorderd, wat, zoals al is gezegd, wordt afgewezen. Om deze reden kan de kantonrechter de stellingen van partijen over deze schade al verder onbesproken laten.
4.11.
Dit betekent dat de vordering, waaronder de nevenvorderingen inbegrepen, wordt afgewezen.
4.12.
[eiser01] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten (inclusief nakosten) aan de zijde van [gedaagde01] als volgt vastgesteld:
- salaris gemachtigde
398,00
(2,00 punten × € 199,00)
- nakosten
99,50
Totaal
497,50

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde01] tot dit vonnis vastgesteld op € 497,50.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2023.