Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
2.De zaak in het kort
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
de buitengerechtelijke incassokosten € 1.202,86
btw over de rente en kosten € 933,06
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen THE BLUE FACTOR B.V. (TBF) en STAALBOUW ZEELAND B.V. (Staalbouw) over een factorovereenkomst. TBF, een factormaatschappij, vorderde betaling van Staalbouw op basis van een retrocessie van een vordering die Staalbouw op een derde had. De rechtbank heeft vastgesteld dat Staalbouw haar vordering op een derde aan TBF had verkocht en dat TBF recht had op terugbetaling van het bedrag van € 49.817,18, vermeerderd met rente en kosten. Staalbouw betwistte de vordering en stelde dat TBF niet bevoegd was om de vordering te retrocederen. De rechtbank oordeelde dat TBF wel degelijk bevoegd was tot retrocessie op basis van de bepalingen in de factorovereenkomst. De rechtbank heeft de vordering van TBF grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele posten die niet voldoende waren onderbouwd. De rechtbank heeft Staalbouw veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 41.288,10, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.