Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 augustus 2023 uitspraak gedaan in een vordering tot betaling van een verzekeringspremie door TVM Verzekeringen N.V. aan [gedaagde01]. De eiser, TVM, heeft een verzekeringsovereenkomst gesloten met [gedaagde01] voor een voertuig, welke verzekering is geprolongeerd tot 1 mei 2021. TVM heeft op 19 april 2020 een premie van € 143,35 gefactureerd, maar [gedaagde01] heeft deze factuur onbetaald gelaten. TVM heeft meerdere betalingsherinneringen gestuurd en uiteindelijk de vordering overgedragen aan een incassogemachtigde.
[gedaagde01] heeft als verweer aangevoerd dat zij de verzekering op 1 november 2019 schriftelijk heeft opgezegd, omdat het kenteken van het voertuig per 31 oktober 2019 was geschorst. [gedaagde01] stelt dat zij geen reactie heeft ontvangen op haar opzegging en dat zij ervan uitging dat de verzekering was beëindigd. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de opzegging pas werking heeft als deze TVM heeft bereikt. Aangezien TVM de ontvangst van de opzegging heeft betwist en er geen bewijs is geleverd dat de opzegging TVM heeft bereikt, is het verweer van [gedaagde01] verworpen.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde01] de premie over de periode van 1 mei 2020 tot 1 mei 2021 verschuldigd is en heeft de vordering van TVM toegewezen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. [gedaagde01] is ook veroordeeld in de proceskosten. Het totaalbedrag dat [gedaagde01] aan TVM moet betalen bedraagt € 200,09, vermeerderd met rente en proceskosten van € 314,16. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.