ECLI:NL:RBZWB:2023:5751
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van Tozo-uitkering in verband met inkomsten uit onderneming
Op 17 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een ondernemer, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van 14 juli 2022, waarin zijn Tozo-uitkering werd herzien, ingetrokken en teruggevorderd. Eiser ontving een Tozo-uitkering over de periode van maart 2020 tot en met september 2021, maar het college stelde vast dat hij in bepaalde maanden meer inkomsten had dan toegestaan, wat leidde tot de herziening van de uitkering.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 augustus 2023, waarbij de gemachtigde van het college aanwezig was. Eiser, die samen met een andere persoon bestuurder is van een BV en tevens eigenaar van een eenmanszaak, betwistte de herziening van zijn uitkering. Het college had vastgesteld dat eiser over de maanden maart en april 2020 meer inkomsten had dan hij had opgegeven, en dat zijn Tozo-uitkering over verschillende maanden moest worden herzien en gedeeltelijk ingetrokken. Eiser diende een bedrag van € 15.725,21 terug te betalen.
De rechtbank oordeelde dat het college terecht de Tozo-uitkering had herzien en ingetrokken, omdat eiser inkomsten uit zijn BV had die niet eerder waren meegerekend. De rechtbank concludeerde dat de systematiek van de Tozo, die per maand werkt, correct was toegepast en dat eiser geen recht had op de uitkering voor de maanden waarin zijn inkomen boven de bijstandsnorm lag. Eiser had zijn argumenten niet voldoende onderbouwd, waardoor het beroep ongegrond werd verklaard. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen ontvingen een afschrift van de beslissing.