3.1.[verzoeker01] verzoekt, bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
bij wijze van voorlopige voorziening voor de duur van het geding
[verweerder01] te veroordelen tot betaling aan [verzoeker01] het salaris van € 3.200,- bruto per maand, te vermeerderen met de vakantiebijslag en overige emolumenten, vanaf 13 juni 2023 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, alsmede tot betaling van het achterstallig loon van november 2022 tot en met mei 2023 van € 2.210,- netto en het loon van 1 juni tot 13 juni 2023 van € 1.271.12 bruto en het loon over de zaterdagen (inclusief overwerktoeslag en vakantiegeld) van € 5.561,74 bruto, en het vakantiegeld van november 2022 tot en met mei 2023 van € 1.792,- bruto (8% van het loon over 7 maanden) te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
[verweerder01] te veroordelen [verzoeker01] binnen 24 uur na betekening van de te wijzen beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat [verweerder01] in gebreke blijft;
de opzegging van de arbeidsovereenkomst / het ontslag op staande voet te vernietigen;
[verweerder01] te verplichten [verzoeker01] binnen 24 uur na betekening van de te wijzen beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat [verweerder01] in gebreke blijft;
[verweerder01] te veroordelen tot betaling van het achterstallig salaris vanaf november 2022 tot en met mei 2023 van € 2.210,- netto en het loon van 1 juni tot 13 juni 2023 van € 1.271.12 bruto en het loon over de zaterdagen (inclusief overwerktoeslag en vakantiegeld) van € 5.561,74 bruto, en het vakantiegeld van november 2022 tot en met mei 2023 van € 1.792,- bruto (8% van het loon over 7 maanden) te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
[verweerder01] te veroordelen tot betaling aan [verzoeker01] van het salaris van € 3.200,- bruto per maand vanaf 13 juni 2023 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
[verweerder01] te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van de beschikking tot het verstrekken van de loonstroken van februari tot en met mei 2023 en alle toekomstige loonstroken, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag dat [verweerder01] in gebreke blijft;
[verweerder01] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van volledige voldoening;
subsidiair voor het geval de opzegging / het ontslag op staande voet niet wordt vernietigd
[verweerder01] te veroordelen tot betaling van het achterstallig salaris en zaterdagtoeslag aan [verzoeker01] vanaf november 2022 tot en met mei 2023 van € 2.210,- netto, alsmede het vakantiegeld van november 2022 tot en met mei 2023 van € 1.792,- bruto, en het loon over de zaterdagen (inclusief overwerktoeslag en vakantiegeld) van € 5.561,74 bruto, en het loon van 1 juni tot 13 juni 2023 van € 1.271,12 (inclusief 8% vakantiebijslag), te vermeerderen met de wettelijke verhoging;
[verweerder01] te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding en billijke vergoeding aan [verzoeker01] en deze vergoedingen aan [verzoeker01] toe te kennen zoals vermeld onder punt 8a en 8b van het verzoekschrift, dan wel voor wat betreft de billijke vergoeding een door de kantonrechter te bepalen billijke vergoeding;
[verweerder01] te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging aan [verzoeker01] – en deze vergoeding aan [verzoeker01] toe te kennen – zoals vermeld onder punt 8c van het verzoekschrift;
te bepalen dat [verweerder01] vanaf 13 juni 2023 geen rechten meer kan ontlenen aan het concurrentie- en relatiebeding in respectievelijk artikel 20 en 21 van de arbeidsovereenkomst;
[verweerder01] te veroordelen binnen 14 dagen na betekening van de te wijzen beschikking tot het verstrekken van de loonstroken van februari 2023 tot en met mei 2023 en alle toekomstige loonstroken aan [verzoeker01] , onder verbeurte van € 500,- per dag dat [verweerder01] in gebreke blijf;
[verweerder01] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
primair en subsidiair
verzoekt [verzoeker01] [verweerder01] te veroordelen in de proceskosten.