In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid Laurentius en de gedaagden, die als bewindvoerders optreden over de goederen van [betrokkene01]. De zaak betreft een huurovereenkomst waarbij [betrokkene01] een woning huurt van Laurentius. De huurovereenkomst bevatte een clausule die het kweken van hennep in de huurwoning verbiedt. Op 15 oktober 2022 heeft de politie een hennepkwekerij aangetroffen in de huurwoning, wat leidde tot de beëindiging van de huurovereenkomst door Laurentius. De gedaagden hebben de huuropzegging betwist, stellende dat deze ongeldig was omdat [betrokkene01] niet bevoegd was om de huurovereenkomst op te zeggen zonder toestemming van de bewindvoerder. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huuropzegging ongeldig was, omdat de bewindvoerder niet had ingestemd met de opzegging. De rechter heeft ook geoordeeld dat de tekortkoming van [betrokkene01] in de nakoming van de huurovereenkomst, door het hebben van een hennepkwekerij, voldoende grond biedt voor ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning. De kantonrechter heeft de vordering van Laurentius tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning toegewezen, met inachtneming van een ontruimingstermijn van twee weken na betekening van het vonnis.