ECLI:NL:RBZWB:2023:5801

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 augustus 2023
Publicatiedatum
21 augustus 2023
Zaaknummer
C/02/412270 / FA RK 23/3551
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1982, die lijdt aan een psychische stoornis, met ernstige gevolgen voor haar welzijn en dat van haar omgeving. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet aanwezig was tijdens de mondelinge behandeling, ondanks dat zij op de hoogte was van de zitting. De advocaat van de betrokkene heeft aangegeven dat het aanhouden van het verzoek tot een nieuwe mondelinge behandeling waarschijnlijk tot dezelfde situatie zal leiden, en heeft daarom voorgesteld om de zorgmachtiging voor korte duur te verlenen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene lijdt aan een ontregeld psychiatrisch toestandsbeeld, met psychotische klachten en een dreigende maatschappelijke teloorgang. De psychiater en de sociaalpsychiatrisch verpleegkundige hebben bevestigd dat er dringend zorg nodig is, gezien de overlast die de betrokkene veroorzaakt en haar weigering om medicatie te gebruiken. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk geacht om ernstig nadeel af te wenden en heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie weken, met de mogelijkheid tot verlenging na een nieuwe mondelinge behandeling.

De rechtbank heeft de beslissing mondeling gegeven en de verdere behandeling van het verzoek aangehouden tot een nader te bepalen datum. De beschikking is ondertekend door de rechter en griffier, en er staat een rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/412270 / FA RK 23/3551
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 14 augustus 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1982 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [adres01] , [postcode01] [woonplaats01] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G. Veen te 's-Heer Arendskerke.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 26 juli 2023, ingekomen ter griffie op 26 juli 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- het politie informatierapport Wvggz van 21 juli 2023;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 20 juli 2023;
- het zorgplan van 18 juli 2023;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 18 juli 2023;
- de medische verklaring van 6 juli 2023;
- het maatschappelijk plan van 3 juli 2023;
- het politie informatierapport Wvggz van 6 juni 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2023, voor de voordeur van het hierboven genoemde woonadres van betrokkene.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de heer mr. G. Veen, advocaat, namens betrokkene;
- de heer [psychiater01] , psychiater;
- mevrouw [verpleegkundige] , sociaalpsychiatrisch verpleegkundige.
Conform de beleidsafspraken van de rechtbank was er ook een politieagent aanwezig, om toe te zien op de veiligheid van de aanwezigen.
1.4
Uit artikel 6:1 Wvggz volgt dat de rechter betrokkene hoort na ontvangst van het verzoekschrift voor een zorgmachtiging, tenzij de rechter vaststelt dat betrokkene niet in staat is of niet bereid is zich te doen horen. De rechtbank heeft betrokkene bij brief van 28 juli 2023 opgeroepen voor de mondelinge behandeling. Betrokkene heeft bij aanvang van de mondelinge behandeling na herhaaldelijk aanbellen haar voordeur niet opengedaan en niet gereageerd op de verschillende telefonische oproepen van de aanwezige politieagent. Zowel de advocaat als de sociaalpsychiatrisch verpleegkundige hebben daarbij aangegeven dat betrokkene op de hoogte was van de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling. De advocaat heeft betrokkene daar vorige week over gesproken en de sociaalpsychiatrisch verpleegkundige heeft eveneens vorige week nog contact gehad met betrokkene via de intercom, omdat betrokkene ook toen haar deur niet wilde opendoen. De advocaat heeft vervolgens naar voren gebracht dat het aanhouden van het verzoek tot een nieuwe mondelinge behandeling hoogstwaarschijnlijk tot eenzelfde situatie zal leiden; ook dan zal betrokkene niet in gesprek met de rechter willen gaan. De advocaat stelt daarom voor om de zorgmachtiging nu voor korte duur te verlenen, onder aanhouding van het resterende deel tot een nieuwe mondelinge behandeling. Op grond van het vorengaande is de rechter van oordeel dat betrokkene in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, maar niet bereid is zich te doen horen en daarmee bewust afstand doet van haar recht om gehoord te worden. Daarnaast stelt de rechter vast dat de advocaat zich op het standpunt heeft gesteld dat de zitting zonder betrokkene voortgezet kan worden. De rechter heeft daarop besloten om de mondelinge behandeling in afwezigheid van betrokkene voort te zetten.
1.5
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de psychiater aangegeven dat er bij betrokkene sprake is van een ontregeld psychiatrisch toestandsbeeld waar ernstig nadeel uit voortvloeit. Betrokkene heeft last van psychotische klachten en gedraagt zich enorm hyper en maniform. Het ernstig nadeel uit zich met name in een zeer dreigende maatschappelijke teloorgang. Betrokkene staat namelijk op het punt om uit haar woning te worden gezet. Daarbij licht de psychiater toe dat Stichting Emergis met de woningbouwvereniging heeft moeten onderhandelen om ervoor te zorgen dat betrokkene nog tot aan de mondelinge behandeling in haar woning kon blijven wonen. Daarnaast zijn er veel recente meldingen van overlast. Betrokkene schreeuwt bijvoorbeeld naar buren vanaf haar balkon en roept daarmee in toenemende mate de agressie van anderen op. De oorzaak van het ontregelde toestandsbeeld van betrokkene ligt volgens de psychiater in het gebrek aan medicatiegebruik. Direct na haar ontslag bij Stichting Emergis heeft betrokkene geen medicatie meer ingenomen, terwijl tijdens de vorige verplichte opname bleek dat zij daar veel baat bij heeft. De psychotische klachten zijn waarschijnlijk ook deels ontstaan door het drugs- en alcoholgebruik van betrokkene. Ten aanzien van de zorgvormen stelt de psychiater dat alle verzochte zorgvormen op dit moment aan de orde zijn. Tijdens een verplichte opname kan er sprake zijn van veel verzet en agressie bij betrokkene, waardoor het voorzienbaar is dat de zorgvorm ‘het insluiten’ moet worden toegepast. De zorgvormen het ‘onderzoeken aan kleding en lichaam’, ‘het controleren van de woon- of verblijfsruimte (...)’en ‘het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ zijn tot slot nodig ingeval betrokkene op de afdeling drugs gebruikt.
3.2
De sociaalpsychiatrisch verpleegkundige heeft in aanvulling op de psychiater toegelicht dat er erg veel op het spel staat voor betrokkene. Ook heeft betrokkene kortgeleden een gedragsaanwijzing gehad. De verpleegkundige benoemt verder dat betrokkene op de eerste dag na haar ontslag van Stichting Emergis haar medicatie al had geweigerd, terwijl zij eerder had verklaard dat zij de zorg wilde accepteren. Tot slot licht de verpleegkundige toe dat betrokkene tijdens vorige opnames niet te handhaven was op de afdeling, waardoor de zorgvorm ‘het insluiten’ moest worden ingezet.
3.3
De advocaat van betrokkene heeft naar voren gebracht dat betrokkene momenteel nog steeds belast is met de eerder vastgestelde psychiatrische aandoening. Hij voert op dit moment geen verweer ten aanzien van de overige wettelijke vereisten. De advocaat stelt voor om de zorgmachtiging voor een periode van enkele weken toe te wijzen en het resterende deel van het verzoek aan te houden tot een nader in te plannen mondelinge behandeling, zodat betrokkene dan nogmaals in de gelegenheid wordt gesteld om daarover te worden gehoord. Ook de zorgvorm ‘het insluiten’ kan nu voor korte duur worden toegewezen. Dat wordt op de volgende mondelinge behandeling waarschijnlijk wel een discussiepunt.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Betrokkene is belast met een ontregeld toestandsbeeld. Zij heeft psychotische klachten en gedraagt zich erg hyper en maniform.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene elk moment haar woning kan verliezen, onder meer omdat zij ernstige geluidsoverlast veroorzaakt en haar buren en omgeving lastig valt. Ook is de woning van betrokkene erg vervuild. Daarnaast vertoont betrokkene verward, agressief en ontwrichtend gedrag. Daarbij verkeert betrokkene regelmatig onder invloed van drank en drugs.
4.3
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene de voor haar noodzakelijk geachte medicatie direct na haar ontslag bij Stichting Emergis niet meer heeft ingenomen en het contact met en de zorg van het FACT-team in ernstige mate vermijdt of tegenwerkt, bijvoorbeeld doordat zij de hulpverleners geen toegang tot haar woning verleent. Betrokkene weigert controles, wil geen hulp van Stichting Emergis ontvangen en wil evenmin worden opgenomen. Daarnaast beschikt betrokkene niet over ziektebesef en -inzicht. Om deze redenen is zorg in het gedwongen kader nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Nu de rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene op dit moment niet in staat of bereid was om zich te doen horen, zal de zorgmachtiging worden verleend voor de duur van drie weken, met ingang van heden en tot en met 4 september 2023. Het resterende deel van het verzoek wordt aangehouden en wordt nader behandeld ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op
woensdag 30 augustus 2023 om 09.30 uur. Afhankelijk van de verblijfplaats van betrokkene op dat moment, zal de mondelinge behandeling ofwel bij Stichting Emergis plaatsvinden, ofwel op de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg. De rechtbank verwacht tijdig voorafgaand aan de mondelinge behandeling, op uiterlijk woensdag 23 augustus 2023, een korte update van hetgeen er in de tussentijd is gebeurd met betrokkene, wat er aan verplichte zorg is ingezet en waar betrokkene op dat moment verblijft. Vervolgens zal de rechtbank de locatie van de nadere mondelinge behandeling bepalen en aan de betrokkenen bekend maken.
4.9
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene01], geboren op [geboortedatum01] 1982 te [geboorteplaats01] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
4 september 2023;
houdt het overige deel van het verzoek aan tot de nadere mondelinge behandeling op
woensdag 30 augustus 2023 om 09.30 uurop een nog te bepalen locatie;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als een oproeping voor de mondelinge behandeling van 30 augustus 2023 om 09.30 uur voor betrokkene, de advocaat van betrokkene, de psychiater en de sociaalpsychiatrisch verpleegkundige;
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Borm, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2023 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 16 augustus 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.