ECLI:NL:RBZWB:2023:5814

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
21 augustus 2023
Zaaknummer
10193376 CV EXPL 22-2824 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Kool
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot terugbetaling van reissom door Roompot in verband met coronamaatregelen en reisvoucher

In deze zaak vordert eiser, [eiser01], een terugbetaling van de reissom van € 1.582,80 van gedaagde, Roompot Service B.V., vanwege onvoorziene omstandigheden als gevolg van de coronamaatregelen. Eiser had een verblijf geboekt op vakantiepark '[naam01]' in [plaats02] van 8 tot en met 20 mei 2020, maar verzocht om terugbetaling op 15 maart 2020, toen de coronamaatregelen van kracht werden. Roompot bood een voucher aan ter waarde van de reissom, die eiser accepteerde en later gebruikte voor een nieuwe boeking van 9 tot en met 19 oktober 2020. Eiser verzocht opnieuw om terugbetaling, maar Roompot weigerde dit en bood opnieuw de mogelijkheid tot omboeking aan.

De rechtbank oordeelt dat de coronamaatregelen de praktische mogelijkheden van eiser om gebruik te maken van de geboekte accommodatie beperkten, maar dat deze beperking niet kan worden toegerekend aan Roompot. De rechter stelt vast dat Roompot voldoende tegemoet is gekomen aan de belangen van eiser door de mogelijkheid tot omboeking aan te bieden. De rechtbank concludeert dat de tekortkoming van Roompot, indien deze al aanwezig is, niet van voldoende gewicht is om de overeenkomst te ontbinden. Eiser kan daarom geen volledige terugbetaling van de reissom eisen. De vordering van eiser wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van Roompot.

Het vonnis is gewezen door mr. Kool op 16 augustus 2023, waarbij de proceskosten aan de zijde van Roompot zijn vastgesteld op € 398,00.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I civiele kantonzaken
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10193376 \ CV EXPL 22-2824
Vonnis van 16 augustus 2023
in de zaak van
[eiser01],
te [plaats01] (Duitsland),
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: [gemachtigde],
tegen
ROOMPOT SERVICE B.V.,
te Goes,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Roompot,
gemachtigde: mr. S. Wiersma-Helal.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 11 januari 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser01] heeft op 13 maart 2020 bij Roompot een verblijf geboekt in een accommodatie voor vier personen en twee huisdieren op vakantiepark “ [naam01] ” in [plaats02] voor de periode van 8 tot en met 20 mei 2020. [eiser01] heeft de reissom van € 1.306,40 betaald aan Roompot.
2.2.
Vanwege de overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronapandemie (hierna: de coronamaatregelen), heeft [eiser01] Roompot op 15 maart 2020 verzocht om terugbetaling van de reissom.
2.3.
Bij e-mail van 28 maart 2020 heeft Roompot aangekondigd dat [eiser01] een voucher zou krijgen waarmee hij een nieuw verblijf naar keuze kon boeken bij Roompot. Op 24 april 2020 ontving [eiser01] de voucher tot het betaalde bedrag van € 1.306,40.
2.4.
Op 2 juni 2020 heeft [eiser01] opnieuw bij Roompot een verblijf geboekt op vakantiepark “ [naam01] ” in [plaats02] voor de periode van 9 tot en met 19 oktober 2020. Het verschuldigde bedrag is voldaan met de inwisseling van de voucher en een bijbetaling van € 233,60.
2.5.
Bij e-mail van 4 oktober 2020 heeft [eiser01] Roompot bericht dat het vanwege de coronamaatregelen voor hem niet mogelijk was om de vakantie te laten doorgaan. [eiser01] heeft Roompot verzocht de reissom van (in totaal) € 1.540,00 terug te betalen. Roompot heeft bij e-mail van diezelfde datum bericht dat zij de vakantie niet kosteloos konden annuleren, maar dat [eiser01] de vakantie mocht omboeken naar een ander park van Roompot naar keuze en/of een andere periode.
2.6.
[eiser01] heeft op 6 oktober 2020 de vakantie omgeboekt naar de periode van 26 maart tot en met 9 april 2021, wederom op vakantiepark “ [naam01] ” in [plaats02] . [eiser01] heeft € 42,80 bijbetaald.
2.7.
In de periode van 26 maart tot en met 9 april 2021 was het voor [eiser01] vanwege de coronamaatregelen opnieuw niet wenselijk om de vakantie te laten doorgaan. Hij heeft Roompot daarom (telefonisch) verzocht om de terugbetaling van de reissom. Roompot heeft wederom de mogelijkheid tot omboeking aangeboden. [eiser01] is daar niet op ingegaan.
2.8.
Bij brief van 11 maart 2021 heeft de gemachtigde van [eiser01] Roompot gesommeerd om de reissom van € 1.582,80 terug te betalen, met buitengerechtelijke incassokosten.
2.9.
In reactie op deze sommatie heeft de gemachtigde van Roompot bij e-mail van 17 maart 2021 aangegeven dat [eiser01] nog steeds gebruik kon maken van de voor 26 maart tot en met 9 april 2021 geboekte accommodatie. Roompot was in staat en bereid de overeenkomst nakomen en zou dan ook niet voldoen aan de sommatie. Wel was Roompot bereid [eiser01] nogmaals een omboeking aan te bieden.
2.10.
Door de gemachtigde van [eiser01] is bij brief van 18 maart 2021 gereageerd dat [eiser01] niet wenst om te boeken en dat de terugbetaling met bijkomende kosten voor 22 maart 2021 moet worden gedaan om dagvaarding te voorkomen. Roompot is niet overgegaan tot betaling.
2.11.
[eiser01] is niet naar het vakantiepark afgereisd in de geboekte periode. Wel is Roompot gedagvaard tot terugbetaling van € 1.582,80 met bijkomende kosten voor een Duits gerecht. Bij vonnis van 3 juni 2022 is de vordering van [eiser01] niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van rechtsmacht van de Duitse rechter.

3.Het geschil

3.1.
[eiser01] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Roompot te veroordelen tot betaling van € 1.582,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 31 oktober 2022 tot de dag van volledige betaling. Ook vordert [eiser01] € 379,37 aan buitengerechtelijke incassokosten en veroordeling van Roompot in de proceskosten.
3.2.
Roompot voert het verweer dat hierna aan de orde komt.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil gaat over de huur van een vakantiewoning in Nederland. De Nederlandse rechter is op grond van artikel 24 Brussel I bis-Verordening bevoegd van dit geschil kennis te nemen en daarover te beslissen. De toepasselijkheid van Nederlands recht volgt uit artikel 4 Rome I-Verordening.
4.2.
Roompot voert aan dat de dagvaarding nietig is, omdat de dagvaarding zodanig summier is dat onvoldoende duidelijk is op welke grond(en) [eiser01] zijn vordering baseert. Aan dit verweer wordt voorbij gegaan. Weliswaar is de dagvaarding summier, maar voldoende duidelijk is welke feitelijke en juridische gronden [eiser01] aan zijn vordering ten grondslag legt. Gelet op het uitvoerige verweer van Roompot, is dat ook voor haar voldoende duidelijk.
4.3.
Het standpunt van [eiser01] komt erop neer dat Roompot tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst met [eiser01] , omdat het zwembad van vakantiepark “ [naam01] ” tijdens de geboekte periode van 26 maart tot 9 april 2021 gesloten was vanwege de coronamaatregelen. Bovendien zou het reisgezelschap tien dagen in quarantaine moeten als zij naar Nederland zouden reizen en gold een nachtelijk uitgaansverbod.
4.4.
Roompot betwist dat zij is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst met [eiser01] . Subsidiair stelt zij dat haar tekortkoming de ontbinding van de overeenkomst met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
4.5.
Als bij wijze van veronderstelling wordt aangenomen dat Roompot is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, slaagt dit subsidiaire verweer.
4.6.
Slechts een tekortkoming van voldoende gewicht geeft recht op de ontbinding van de overeenkomst. Bij de beantwoording van de vraag of de tekortkoming voldoende gewicht heeft, zijn van belang de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming en de gevolgen van de ontbinding. Daarnaast kunnen alle overige omstandigheden van het geval van belang zijn. In het bijzonder worden de volgende omstandigheden in aanmerking genomen.
4.7.
De coronamaatregelen beperkten de praktische mogelijkheden van [eiser01] om het de gehuurde vakantiewoning en de faciliteiten op het vakantiepark te gebruiken in overeenstemming met wat hem voor ogen stond bij het aangaan van de overeenkomst. Deze beperking is een gevolg van uitzonderlijke, de volksgezondheid betreffende omstandigheden van algemene aard, die vestrekkende gevolgen hebben voor de gehele maatschappij. De beperking heeft geen betrekking op een gebrek aan het gehuurde zelf.
4.8.
Hoewel voor ontbinding van een overeenkomst niet is vereist dat de tekortkoming toerekenbaar is aan de schuldenaar, weegt in dit geval mee dat de gestelde tekortkoming niet kan worden toegerekend aan Roompot. Die tekortkoming is niet te wijten aan de schuld van Roompot en komt evenmin voor haar rekening krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen.
4.9.
Onder deze omstandigheden mag [eiser01] als huurder niet verlangen dat Roompot hem volledig vrijwaart voor de beperking, die voortvloeit uit de coronamaatregelen, om het gehuurde overeenkomstig de verwachting te gebruiken. Daarmee laat zich moeilijk rijmen dat de huurovereenkomst geheel wordt ontbonden met als gevolg dat [eiser01] recht heeft op volledige terugbetaling van de huurprijs.
4.10.
Ondanks de coronamaatregelen was het vakantiepark in de periode van 9 tot en met 19 oktober 2020 niet gesloten. Verhuur van woningen op het park was niet verboden. Roompot heeft desondanks [eiser01] de mogelijkheid geboden de boeking om te boeken voor een verblijf in een andere periode dan wel een ander park naar keuze van [eiser01] . [eiser01] heeft van dat aanbod gebruik gemaakt en heeft een verblijf geboekt voor de periode van 26 maart tot en met 9 april 2021. Ook in die periode was het vakantiepark niet gesloten en was de verhuur van woningen op het park niet verboden. Toen [eiser01] heeft aangegeven dat het vanwege de coronamaatregelen niet wenselijk was om de vakantie in die periode te laten doorgaan, stelt Roompot onweersproken dat zij [eiser01] wederom heeft aangeboden de boeking om te boeken voor een verblijf in een andere periode dan wel een ander park naar keuze van [eiser01] . Met dit aanbod heeft Roompot in de gegeven omstandigheden een redelijk en evenwichtig alternatief geboden. Met dit aanbod is bovendien ook ondervangen het nadeel dat [eiser01] en zijn reisgezelschap mogelijk in quarantaine zouden moeten gaan als gevolg van het reizen van Duitsland naar Nederland en weer terug. Die quarantaine zou niet nodig zijn bij omboeking in een verblijf op een vakantiepark van Roompot in Duitsland.
4.11.
Indien wordt aangenomen dat Roompot tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, rechtvaardigt de tekortkoming in dit geval niet de ontbinding van de overeenkomst met haar gevolgen.
4.12.
Voor zover [eiser01] zich nog beroept op onvoorziene omstandigheden als grondslag voor zijn vorderingen, slaagt dit niet.
4.13.
De rechter kan op vordering van de huurder de gevolgen van een huurovereenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de verhuurder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Een onvoorziene omstandigheid is een omstandigheid die op het moment van totstandkoming van de overeenkomst nog in de toekomst is gelegen en die daarin niet is verdisconteerd.
4.14.
Roompot stelt onweersproken dat [eiser01] de voucher van 24 april 2020 waarmee hij, nadat de eerste boeking vanwege de coronapandemie geen doorgang kon vinden, een nieuw verblijf naar keuze kon boeken bij Roompot vanaf 1 juni 2020 kon laten uitbetalen. [eiser01] heeft er voor gekozen om dit niet te doen en heeft één dag later, op 2 juni 2020 een nieuwe boeking gedaan voor de periode van 9 tot en met 19 oktober 2020. Daarmee is een nieuwe huurovereenkomst tot stand gekomen. Dat was dus bijna drie maanden na de uitbraak van de coronapandemie en de invoering van coronamaatregelen in Nederland (en in Duitsland) medio maart 2020 en kan daarom niet meer worden aangemerkt als een omstandigheid die onvoorzien was.
4.15.
Afgezien daarvan is van belang dat Roompot met haar aanbod de boeking om te boeken naar een andere periode of park naar keuze voldoende tegemoet is gekomen aan de belang van [eiser01] door de gevolgen van de gesloten huurovereenkomst te wijzigen. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan (een aanbod tot) verdergaande wijziging van de gevolgen van de overeenkomst niet van Roompot worden verwacht. In het bijzonder kan niet worden verlangd dat Roompot de reissom terugbetaalt.
4.16.
Dat de gemachtigde van [eiser01] tijdens de mondelinge behandeling heeft medegedeeld dat [eiser01] (alsnog) het gedane aanbod van een omboeking te accepteren, leidt niet tot een ander oordeel. Bij brief van 16 maart 2021 heeft de gemachtigde van [eiser01] in niet mis te verstane bewoordingen het aanbod tot omboeking namens [eiser01] al afgewezen, zodat het niet alsnog kan worden aanvaard. Bovendien geldt dat ook als het aanbod wel (tijdig) was aanvaard, de daardoor gesloten overeenkomst niet inhoudt dat Roompot aan [eiser01] de reissom moet terugbetalen.
4.17.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [eiser01] niet toewijsbaar is.
4.18.
[eiser01] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Roompot worden vastgesteld op € 398,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x € 199,00).
De nakosten worden begroot op:
- € 99,50 aan salaris gemachtigde, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan; en
- de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vorderingen van [eiser01] af,
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, aan de zijde van Roompot tot dit vonnis vastgesteld op € 398,00,
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kool en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2023.