ECLI:NL:RBZWB:2023:5815

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 augustus 2023
Publicatiedatum
21 augustus 2023
Zaaknummer
10343877 CV EXPL 23-402 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Kool
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de vordering tot terugbetaling van reissom door onvoorziene omstandigheden als gevolg van coronamaatregelen

In deze zaak vordert eiser, [eiser01], een terugbetaling van de reissom van € 2.677,50 van gedaagde, Roompot Service B.V., vanwege onvoorziene omstandigheden die voortvloeien uit de coronamaatregelen. Eiser had een verblijf geboekt voor tien personen op vakantiepark '[naam vakantiepark01]' in [plaats02] van 2 tot en met 7 juni 2021. Door de coronamaatregelen was het niet toegestaan om met het reisgezelschap in de vakantiewoning te verblijven. Eiser heeft Roompot verzocht om terugbetaling, maar Roompot heeft aangeboden om de boeking om te boeken naar een andere periode of park.

De rechtbank oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van de Brussel I bis-Verordening en dat het Nederlands recht van toepassing is. De rechtbank overweegt dat Roompot niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, aangezien de coronamaatregelen een uitzonderlijke omstandigheid zijn die niet aan Roompot kan worden toegerekend. De rechtbank stelt vast dat Roompot een redelijk alternatief heeft geboden door de mogelijkheid tot omboeking aan te bieden.

De rechtbank concludeert dat de vordering van eiser niet toewijsbaar is, omdat de tekortkoming van Roompot niet voldoende gewicht heeft om de overeenkomst te ontbinden. Eiser wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen, die zijn vastgesteld op € 464,00. Het vonnis is uitgesproken op 16 augustus 2023.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I civiele kantonzaken
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10343877 CV EXPL 23-402
Vonnis van 16 augustus 2023
in de zaak van
[eiser01],
te [plaats01] (Duitsland),
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser01] ,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen
ROOMPOT SERVICE B.V.,
te Goes,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Roompot,
gemachtigde: mr. S. Wiersma-Helal.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 mei 2023 en de daarin genoemde stukken;
- de mondelinge behandeling van 5 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ter zitting is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser01] heeft op 9 augustus 2020 bij Roompot een verblijf geboekt in een accommodatie voor tien personen en één huisdier op vakantiepark “ [naam vakantiepark01] ” in [plaats02] voor de periode van 2 tot en met 7 juni 2021. [eiser01] heeft de reissom van € 2.677,50 betaald aan Roompot.
2.2.
[eiser01] heeft bij e-mail van 11 mei 2021 aangegeven dat het vanwege de overheidsmaatregelen ter bestrijding van de coronapandemie (hierna: de coronamaatregelen) niet was toegestaan om met het reisgezelschap van tien personen uit drie huishoudens in de vakantiewoning te verblijven. [eiser01] heeft verzocht om een terugbetaling van de door haar betaalde reissom.
2.3.
Bij brief van 19 mei 2021 heeft de gemachtigde van [eiser01] Roompot gesommeerd tot betaling van de reissom van € 2.677,50, vermeerderd met bijkomende kosten.
2.4.
Roompot heeft bij e-mail van 25 mei 2021 aangegeven dat het vakantiepark geopend was en dat zij in staat en bereid was de overeenkomst met [eiser01] na te komen. Roompot heeft [eiser01] aangeboden haar verblijf om te boeken naar een andere periode en/of vakantiepark van Roompot naar keuze.
2.5.
[eiser01] is niet ingegaan op het aanbod van Roompot en is in de geboekte periode van 2 tot en met 7 juni 2021 ook niet afgereisd naar het vakantiepark. Wel is Roompot gedagvaard tot terugbetaling van € 2.677,50 met bijkomende kosten voor een Duits gerecht. Bij vonnis van 26 september 2022 is de vordering van [eiser01] niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van rechtsmacht van de Duitse rechter.

3.Het geschil

3.1.
[eiser01] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Roompot te veroordelen tot betaling van € 2.677,50, te vermeerderen met de wettelijk rente over dat bedrag vanaf 19 februari 2023 tot de dag van volledige betaling en veroordeling van Roompot in de kosten van deze procedure.
3.2.
Roompot voert het verweer dat hierna aan de orde komt.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil gaat over de huur van een vakantiewoning in Nederland. De Nederlandse rechter is op grond van artikel 24 Brussel I bis-Verordening bevoegd van dit geschil kennis te nemen en daarover te beslissen. De toepasselijkheid van Nederlands recht volgt uit artikel 4 Rome I-Verordening.
4.2.
Het standpunt van [eiser01] komt erop neer dat Roompot tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst met [eiser01] , omdat het reisgezelschap van tien personen uit drie huishoudens vanwege de coronamaatregelen niet in de vakantiewoning mocht verblijven in de geboekte periode. Daarnaast zou het reisgezelschap tien dagen in quarantaine moeten en waren de sauna en het zwembad niet geopend.
4.3.
Roompot betwist dat zij is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst met [eiser01] . Subsidiair stelt zij dat haar tekortkoming de ontbinding van de overeenkomst met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
4.4.
Als bij wijze van veronderstelling wordt aangenomen dat Roompot is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen, slaagt dit subsidiaire verweer.
4.5.
Slechts een tekortkoming van voldoende gewicht geeft recht op de ontbinding van de overeenkomst. Bij de beantwoording van de vraag of de tekortkoming voldoende gewicht heeft, zijn van belang de bijzondere aard of geringe betekenis van de tekortkoming en de gevolgen van de ontbinding. Daarnaast kunnen alle overige omstandigheden van het geval van belang zijn. In het bijzonder worden de volgende omstandigheden in aanmerking genomen.
4.6.
De coronamaatregelen beperkten de praktische mogelijkheden van [eiser01] om het de gehuurde vakantiewoning en de faciliteiten op het vakantiepark te gebruiken in overeenstemming met wat hem voor ogen stond bij het aangaan van de overeenkomst (waaronder de sluiting van het zwembad en de sauna). Deze beperking is een gevolg van uitzonderlijke, de volksgezondheid betreffende omstandigheden van algemene aard, die vestrekkende gevolgen hebben voor de gehele maatschappij. De beperking heeft geen betrekking op een gebrek aan het gehuurde zelf.
4.7.
Hoewel voor ontbinding van een overeenkomst niet is vereist dat de tekortkoming toerekenbaar is aan de schuldenaar, weegt in dit geval mee dat de gestelde tekortkoming niet kan worden toegerekend aan Roompot. Die tekortkoming is niet te wijten aan de schuld van Roompot en komt evenmin voor haar rekening krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen.
4.8.
Onder deze omstandigheden mag [eiser01] als huurder niet verlangen dat Roompot haar volledig vrijwaart voor de beperking, die voortvloeit uit de coronamaatregelen, om het gehuurde overeenkomstig de verwachting te gebruiken. Daarmee laat zich moeilijk rijmen dat de huurovereenkomst wordt ontbonden met als gevolg dat [eiser01] recht heeft op volledige terugbetaling van de huurprijs.
4.9.
Ondanks de coronamaatregelen was het vakantiepark in de periode van 2 tot en met 7 juni 2021 niet gesloten. Verhuur van woningen op het park was niet verboden. Roompot heeft desondanks [eiser01] de mogelijkheid geboden de boeking om te boeken voor een verblijf in een andere periode dan wel een ander park naar keuze van [eiser01] . Met dit aanbod heeft Roompot in de gegeven omstandigheden een redelijk en evenwichtig alternatief geboden. Met dit aanbod is bovendien ook ondervangen het nadeel dat [eiser01] en haar reisgezelschap mogelijk in quarantaine zouden moeten gaan als gevolg van het reizen van Duitsland naar Nederland en weer terug. Die quarantaine zou niet nodig zijn bij omboeking in een verblijf op een vakantiepark van Roompot in Duitsland.
4.10.
Indien wordt aangenomen dat Roompot tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst, rechtvaardigt de tekortkoming in dit geval niet de ontbinding van de overeenkomst met haar gevolgen.
4.11.
Voor zover [eiser01] zich nog beroept op onvoorziene omstandigheden als grondslag voor haar vorderingen, slaagt dit niet.
4.12.
De rechter kan op vordering van de huurder de gevolgen van een huurovereenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de verhuurder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten. Een onvoorziene omstandigheid is een omstandigheid die op het moment van totstandkoming van de overeenkomst nog in de toekomst is gelegen en die daarin niet is verdisconteerd.
4.13.
De boeking is door [eiser01] gedaan op 9 augustus 2020. Dat is enkele maanden na de uitbraak van de coronapandemie en de invoering van coronamaatregelen in Nederland (en in Duitsland). Dit kan daarom niet meer worden aangemerkt als een omstandigheid die onvoorzien was.
4.14.
Afgezien daarvan is van belang dat Roompot met haar aanbod de boeking om te boeken naar een andere periode of park naar keuze voldoende tegemoet is gekomen aan de belang van [eiser01] door de gevolgen van de gesloten huurovereenkomst te wijzigen. Dat het volgens [eiser01] moeilijk is om met drie huishoudens een nieuwe periode te boeken, doet daar niet aan af. De door Roompot geboden mogelijkheid om het verblijf om te boeken had ook op een langere termijn kunnen plaatsvinden. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid kan (een aanbod tot) verdergaande wijziging van de gevolgen van de overeenkomst niet van Roompot worden verwacht. In het bijzonder kan niet worden verlangd dat Roompot de reissom terugbetaalt.
4.15.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [eiser01] niet toewijsbaar is.
4.16.
[eiser01] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Roompot worden vastgesteld op € 464,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x € 232,00).
De nakosten worden begroot op:
- € 116,00 aan salaris gemachtigde, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan; en
- de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
wijst de vorderingen van [eiser01] af,
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, aan de zijde van Roompot tot dit vonnis vastgesteld op € 464,00,
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Kool en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2023.