ECLI:NL:RBZWB:2023:5848

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
26 juli 2023
Publicatiedatum
23 augustus 2023
Zaaknummer
10439496 CV EXPL 23-1267 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betaling van openstaande facturen en buitengerechtelijke incassokosten

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 juli 2023 vonnis gewezen in de zaak tussen [eiser] B.V. en [gedaagde]. De eiser, vertegenwoordigd door mr. [naam], vorderde betaling van openstaande facturen die door de gedaagde, die in persoon procedeerde, niet tijdig waren voldaan. De gedaagde had in de periode van december 2017 tot en met december 2022 diverse facturen ontvangen, maar had tot 23 maart 2023 een totaalbedrag van € 3.836,84 onbetaald gelaten. Na enkele betalingen resteerde er nog een bedrag van € 3.336,84. Tijdens de zitting op 19 juli 2023 heeft de gedaagde telefonisch deelgenomen en zijn er afspraken gemaakt over de betaling van het openstaande bedrag en de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft deze afspraken in het vonnis opgenomen. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag, de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten, die in totaal € 1.281,84 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 10439496 \ CV EXPL 23-1267
Vonnis van 26 juli 2023
in de zaak van
[eiser] B.V.,
te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] B.V.,
gemachtigde: mr. [naam] ,
tegen
[gedaagde],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 mei 2023
- de mondelinge behandeling van 19 juli 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
[eiser] B.V. is de vennootschap middels welke mr. [naam] zijn diensten als advocaat aan zijn cliënten aanbiedt, in de onderhavige kwestie via het samenwerkingsverband ((kosten)maatschap) [bedrijf] .
2.2
[gedaagde] is vanaf ongeveer begin 2016 klant bij mr. [naam] .
2.3
Mr. [naam] heeft [gedaagde] in meerdere zaken bijgestaan, waarvoor hij in de periode december 2017 tot en met december 2022 diverse facturen heeft verstuurd aan [gedaagde] .
2.4
[gedaagde] heeft tot en met 23 maart 2023 (de dag van dagvaarding) meerdere facturen voor een totaalbedrag van € 3.836,84 inclusief btw onbetaald gelaten.
2.5
[gedaagde] heeft op of omstreeks 12 en 13 april 2023 twee keer een bedrag van € 250,00 betaald, zijnde in totaal € 500,00, zodat thans het openstaande bedrag € 3.336,84 bedraagt.

3.Het geschil

3.1
[eiser] B.V. vordert na vermindering van eis - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 3.336,58, vermeerderd met rente en kosten.
3.2
[gedaagde] betwist als zodanig niet de omvang van de achterstand van de facturen, maar voert wel verweer tegen de buitengerechtelijke incassokosten. Hij vindt deze kosten aan de hoge kant.

4.De beoordeling

4.1
[gedaagde] is niet ter zitting verschenen. Tijdens de zitting is hij in aanwezigheid van de kantonrechter en de griffier – twee keer – gebeld door mr. [naam] . [gedaagde] heeft telefonisch, via de speaker, deelgenomen aan de zitting en heeft hij desgevraagd aangegeven akkoord te zijn met de wijze van behandeling van het geschil.
4.2
Partijen hebben ter zitting de volgende afspraken gemaakt en de kantonrechter gevraagd deze afspraken in een vonnis op te nemen. De afspraken luiden als volgt:
[gedaagde] betaalt aan [eiser] B.V. :
  • een bedrag van € 3.336,84 aan hoofdsom;
  • een bedrag van € 625,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
  • de proceskosten (inclusief nakosten),
4.3
De kantonrechter stelt de proceskosten (inclusief nakosten) tot aan dit vonnis aan de zijde van [eiser] B.V. als volgt vast:
kosten van de dagvaarding € 107,84
griffierecht € 514,00
salaris gemachtigde € 528,00 (2 punten x € 264,00)
nakosten € 132,00
------------
Totaal: € 1.281,84
4.4
Gelet op de tussen partijen gemaakte afspraken zal de kantonrechter de hiervoor
genoemde bedragen toewijzen en het meer gevorderde afwijzen.

5.De beslissing

De kantonrechter
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] B.V. te betalen een bedrag van € 3.336,84,
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] B.V. te betalen een bedrag van € 625,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.281,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2023.