ECLI:NL:RBZWB:2023:5875
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid inspecteur tot opleggen informatiebeschikking aan niet meer bestaande vennootschap onder firma
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2023, wordt de bevoegdheid van de inspecteur van de Belastingdienst om een informatiebeschikking op te leggen aan een vennootschap onder firma (V.O.F.) die op 1 januari 2019 is opgehouden te bestaan, beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet bevoegd was om deze beschikking te geven, omdat de V.O.F. niet meer bestond op het moment van de beschikking, die op 29 januari 2021 werd gegeven. De rechtbank verwijst naar een arrest van de Hoge Raad van 21 april 2023, waarin werd vastgesteld dat aan een rechtspersoon die niet meer bestaat, geen verplichtingen kunnen worden opgelegd, zolang de vereffening niet is heropend. Dit geldt ook voor een vennootschap onder firma, zoals in dit geval.
De rechtbank behandelt het beroep van de voormalig vennoten van de V.O.F. tegen de informatiebeschikking, die betrekking had op een naheffingsaanslag omzetbelasting over de periode van 1 juli 2015 tot en met 31 december 2017. De rechtbank concludeert dat de inspecteur niet bevoegd was om de informatiebeschikking op te leggen, omdat de V.O.F. op dat moment niet meer bestond. De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking en verklaart het beroep gegrond. De inspecteur wordt veroordeeld tot betaling van het griffierecht en de proceskosten aan de eiser.
De uitspraak benadrukt het belang van de rechtsgeldigheid van informatiebeschikkingen en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden opgelegd. De rechtbank stelt dat de inspecteur, ondanks zijn argumenten dat de informatiebeschikking betrekking had op een periode waarin de V.O.F. nog bestond, niet kon optreden tegen een entiteit die niet meer bestaat. De uitspraak heeft implicaties voor de manier waarop de Belastingdienst omgaat met vennootschappen die zijn opgeheven en de verantwoordelijkheden die aan hen kunnen worden opgelegd.