In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2023 wordt het beroep van belanghebbende tegen een informatiebeschikking beoordeeld. De rechtbank behandelt de zaak in het kader van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR), waarbij de inspecteur van de Belastingdienst aan belanghebbende een informatiebeschikking heeft opgelegd wegens schending van de informatieverplichting en de administratieverplichting. De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht de informatiebeschikking heeft gegeven, omdat belanghebbende zijn verplichtingen niet is nagekomen. De informatiebeschikking betreft de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor de jaren 2016 en 2017. De rechtbank oordeelt dat de administratie van belanghebbende niet voldoet aan de eisen van de AWR, en dat er geen adequate kas- en voorraadadministratie is bijgehouden. Belanghebbende krijgt de gelegenheid om binnen zes weken alsnog aan de informatieverplichtingen te voldoen, maar de rechtbank laat de informatiebeschikking in stand. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.