In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2023, wordt het beroep van belanghebbende tegen een informatiebeschikking van de inspecteur van de Belastingdienst beoordeeld. De rechtbank behandelt de informatiebeschikking die betrekking heeft op de schending van de informatieverplichting en administratieverplichting van belanghebbende, zoals vastgelegd in de artikelen 47 en 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). De rechtbank concludeert dat de inspecteur terecht de informatiebeschikking heeft afgegeven, omdat belanghebbende zijn verplichtingen niet is nagekomen. De rechtbank oordeelt dat de administratie van belanghebbende niet voldoet aan de eisen van de AWR, wat leidt tot de conclusie dat de inspecteur de informatiebeschikking in stand kan houden. Belanghebbende krijgt nog wel de gelegenheid om binnen zes weken de opgevraagde informatie aan te leveren, maar de rechtbank stelt vast dat de schending van de administratieplicht niet kan worden hersteld. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van belastingplichtigen om een deugdelijke administratie te voeren en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichtingen.