Uitspraak
1.De procedure
- mondeling antwoord,
- de conclusie van repliek,
- nadere toelichting met een niet genummerde bijlage,
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Bravis Ziekenhuis en een gedaagde partij, aangeduid als [gedaagde01]. De eisende partij, Bravis, vorderde betaling van een bedrag van € 492,66, bestaande uit een hoofdsom van € 408,62, buitengerechtelijke incassokosten van € 74,16 en wettelijke rente. De zaak betreft een factuur die Bravis aan [gedaagde01] had gestuurd na een consult op 14 december 2020, waarvoor een bedrag van € 408,62 in rekening werd gebracht. De gedaagde had echter geprotesteerd tegen de factuur, omdat deze ten onrechte vermeldde dat er een echo was gemaakt tijdens het bezoek.
Bravis heeft een creditnota gestuurd en een gewijzigde factuur, maar de gedaagde meende dat zij door het ontvangen van een factuur met een bedrag van € 0,00 niet langer verplicht was te betalen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op de creditnota en dat zij de kosten voor de verleende zorg verschuldigd was. De rechtbank heeft de vordering van Bravis tot betaling van € 408,62 toegewezen, evenals de nevenvorderingen voor rente en incassokosten. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die in totaal € 458,48 bedroegen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.