Op 27 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in het Forensisch Psychiatrisch Centrum verblijft. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met één jaar toegewezen. De betrokkene, geboren in 1981, heeft een problematiek die moeilijk te bewerken is, waaronder een autismespectrumstoornis en antisociale persoonlijkheidstrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en dat het recidivegevaar aanwezig is. De rechtbank heeft de adviezen van de tbs-kliniek overgenomen, die de kans op gewelddadig gedrag als hoog inschatte indien de tbs zou vervallen. De rechtbank heeft ook de passieve houding van de betrokkene in overweging genomen, evenals de complicaties bij het vinden van een vervolgplek voor resocialisatie. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de zaak aan te houden voor onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging afgewezen, omdat de betrokkene zich nog niet in een fase bevindt waarin hij kan laten zien dat hij zich aan de voorwaarden kan houden. De beslissing om de tbs te verlengen met één jaar is genomen om de veiligheid van anderen te waarborgen en om de betrokkene de kans te geven zich verder te ontwikkelen in een gecontroleerde omgeving.