ECLI:NL:RBZWB:2023:5918

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
02-800304-12
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 27 juli 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in het Forensisch Psychiatrisch Centrum verblijft. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met één jaar toegewezen. De betrokkene, geboren in 1981, heeft een problematiek die moeilijk te bewerken is, waaronder een autismespectrumstoornis en antisociale persoonlijkheidstrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en dat het recidivegevaar aanwezig is. De rechtbank heeft de adviezen van de tbs-kliniek overgenomen, die de kans op gewelddadig gedrag als hoog inschatte indien de tbs zou vervallen. De rechtbank heeft ook de passieve houding van de betrokkene in overweging genomen, evenals de complicaties bij het vinden van een vervolgplek voor resocialisatie. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de zaak aan te houden voor onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging afgewezen, omdat de betrokkene zich nog niet in een fase bevindt waarin hij kan laten zien dat hij zich aan de voorwaarden kan houden. De beslissing om de tbs te verlengen met één jaar is genomen om de veiligheid van anderen te waarborgen en om de betrokkene de kans te geven zich verder te ontwikkelen in een gecontroleerde omgeving.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800304-12
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 27 juli 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1981 te [geboorteplaats]
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (hierna: FPC) [tbs-kliniek]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene van 26 januari 2022 tot en met 25 januari 2023;
- het adviesrapport van FPC [tbs-kliniek] (hierna: tbs-kliniek) van 16 mei 2023;
- de vordering van de officier van justitie van 2 juni 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met één jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 5 juli 2013 is betrokkene in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden, met aftrek van het voorarrest, en tbs met verpleging van overheidswege wegens een bedreiging tegen het leven gericht en wapenbezit.
De rechtbank constateert dat het hier onder meer gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met verpleging van overheidswege is op 20 juli 2013 aangevangen en laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 14 juli 2022 verlengd met een termijn van één jaar.
Ter terechtzitting van 13 juli 2023 is de officier van justitie, mr. L.J. den Braber, gehoord. Ook is betrokkene gehoord, bijgestaan door raadsvrouw mr. S. Marjanovic, die deze zaak ter zitting waarneemt voor haar kantoorgenoot, mr. V.S. Nolet, advocaat te ’s-Gravenhage. Verder is de heer [deskundige] , GZ-psycholoog/hoofd-behandeling bij de tbs-kliniek, als deskundige gehoord.

3.Het advies van de tbs-kliniek

Uit het adviesrapport van de tbs-kliniek leidt de rechtbank af dat bij betrokkene sprake is van moeilijk te bewerken problematiek in de vorm van een autismespectrumstoornis als hoofddiagnose, met daarnaast antisociale persoonlijkheidstrekken. Er is sprake van een verhoogde rigiditeit, gebrekkige empathische vermogens met een neiging om berekenend te werk te gaan door voor zichzelf een “risk-reward” balans te maken, op basis waarvan een zo hoog mogelijke opbrengst gezocht wordt tegen een zo laag mogelijk risico.
De tbs-kliniek schat de kans op gewelddadig gedrag
in Zorg, dus binnen de tbs-kliniek met begeleid verlof, in als laag-matig. De kans op gewelddadig gedrag
uit Zorgwordt ingeschat als hoog door het wegvallen van de externe beschermende factoren. In geval van een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging wordt het recidiverisico en het risico op ongeoorloofde afwezigheid ingeschat op matig, oplopend tot hoog op de langere termijn.
De afgelopen periode is sprake geweest van een incidentvrije opname en een overwegend positieve samenwerkingsrelatie met betrokkene. Daarom wordt op basis van het huidige toe- standsbeeld een overplaatsing naar een omgeving met minder intensieve zorg en een lager beveiligingsniveau passend gevonden. Er is druk gewerkt aan een concrete vormgeving van het vervolgtraject, maar dat blijkt onder meer vanwege de voorgeschiedenis van betrokkene en de schaarsheid aan beschikbare plekken, een ingewikkeld proces. Betrokkene is onlangs voorlopig afgewezen bij een vervolgplek, omdat zij geen plek meer biedt aan patiënten met een forensische titel. De insteek van het behandelteam is nog steeds om hem middels een transmurale voorziening te laten resocialiseren en zij blijft actief bezig met het vormgeven van een passend vervolgtraject. Bij betrokkene neemt de machteloosheid echter toe en het onzekere toekomstperspectief maakt het voor hem steeds lastiger zich te conformeren aan de afspraken. Sinds vorig jaar is hij gestopt met arbeid en volgt hij geen dagprogramma meer. De enige behandeling die betrokkene nog volgt is de begeleide verloven. Hij komt pas rond de middag zijn kamer uit en zegt dat hij niet meer terugkomt als hij met onbegeleid verlof zal gaan. Daarom moet de afschaling van zorg en beveiliging in voorzichtige mate worden gedaan. Gezien de vorige verlengingsbeslissing en het feit dat perspectief essentieel is voor betrokkene adviseert de tbs-kliniek de tbs te verlengen met een termijn van één jaar om een vinger aan de pols te houden.
De deskundige heeft ter zitting daaraan toegevoegd dat het dossier van betrokkene onder een vergrootglas ligt. Betrokkene zegt dat hij niet meer op verlof gaat en dat hij zich niet meer aan de voorwaarden gaat houden. Dit komt weliswaar voort uit zijn autismestoornis, maar het is geen reclame voor zichzelf. Er is gekeken naar een passend vervolgtraject, maar het is moeilijk om voor iemand met dit dossier en deze justitiële titel het beveiligingsniveau afgehaald te krijgen. Er heeft een gesprek plaatsgevonden bij [ggz-kliniek] , maar tot op heden is niet bekend of daar plaats is voor betrokkene. Indien betrokkene daar te zijner tijd terecht zou kunnen, kan hij eerst worden geplaatst in een HAT-woning op het terrein van de kliniek en kan daarvoor transmuraal verlof worden aangevraagd. Hierbij is dan ook van belang dat betrokkene met onbegeleid verlof gaat, maar als hij uitspraken blijft doen dat hij dan niet meer terugkomt, zal er geen machtiging worden verleend. De deskundige vindt een onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging op dit moment nog te vroeg.

4.Het standpunt van de officier van justitie

Onder verwijzing naar het rapport van de tbs-kliniek en de daarop ter zitting gegeven toe- lichting van de deskundige, heeft de officier van justitie de vordering tot verlenging van de tbs-maatregel met één jaar gehandhaafd. Aan de vereisten tot verlenging van de termijn van de tbs is voldaan. Voorts zijn redenen aan de orde zijn om in afwijking van het uitgangspunt de termijn van de verlenging te beperken tot één jaar.
Het verzoek van de verdediging tot aanhouding van de zaak om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging tot overheidswege moet worden afgewezen.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft gesteld dat aan de vereisten voor verlenging van de termijn van de tbs is voldaan, maar vindt dat net als bij de vorige beslissing de termijn van de verlenging moet worden beperkt tot één jaar. Daarnaast heeft de verdediging verzocht de zaak aan te houden om de reclassering onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Hoewel geen sprake is van een vergaand verlof, staat in het adviesrapport beschreven dat betrokkene zich, ondanks teleurstellingen, goed aan de voorwaarden heeft kunnen houden. Betrokkene is te vertrouwen en wellicht is een voorwaardelijke beëindiging een alternatief om uit de ontstane impasse te kunnen komen.

6.Het oordeel van de rechtbank

Vooropgesteld wordt dat een tbs-maatregel kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van deze maatregel eist. Dit houdt concreet in dat het recidivegevaar nog aanwezig moet zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geest- vermogens.
De rechtbank leidt uit het rapport van tbs-kliniek af dat bij betrokkene onder meer sprake
is van moeilijk te bewerken problematiek in de vorm van een autismespectrumstoornis als hoofddiagnose, met daarnaast antisociale persoonlijkheidstrekken. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat er bij betrokkene dus nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Daarnaast leidt de rechtbank uit het adviesrapport af dat de kans
op gewelddadig gedrag als hoog wordt ingeschat indien het tbs-kader op dit moment zou wegvallen. Bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt het recidiverisico en het risico op ongeoorloofde afwezigheid ingeschat op matig, oplopend tot hoog op de langere termijn. De rechtbank onderschrijft het herhalingsgevaar
en neemt de conclusies en adviezen van de tbs-kliniek over.
Het voorgaande betekent dat is voldaan aan het wettelijk criterium voor verlenging van de maatregel en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs-maatregel eist.
Als uitgangspunt geldt dat de tbs moet worden verlengd met een termijn van twee jaar als aannemelijk is dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de tbs met een termijn van één jaar
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat, mede gelet op
de vorige verlengingsbeslissing, er voldoende redenen aan de orde zijn om, in afwijking van het uitgangspunt, de termijn van de tbs-maatregel te verlengen met één jaar. Net als ten tijde van de vorige verlengingsbeslissing is betrokkene nog altijd in afwachting van een vervolg-plaatsing naar de transmurale fase en is er nog geen sprake van een concrete vervolgplaats.
Ten aanzien van het aanhoudingsverzoek van de verdediging om de reclassering onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden van een voorwaardelijk beëindiging van de verpleging van overheidswege overweegt de rechtbank het volgende. Er lijkt sprake van een impasse. De vorige keer was betrokkene al in afwachting van een vervolgplaatsing en die situatie is nu nog steeds aan de orde. Er is nog geen concrete vervolgplek en betrokkene heeft alleen nog begeleide verloven. De machtiging voor begeleid verlof is weliswaar recent uitgebreid met de mogelijkheid voor landelijk verlof, maar daar wordt op dit moment geen gebruik van gemaakt. Betrokkene gedraagt zich passief. Hij blijft in bed liggen en doet uitspraken dat hij niet terugkeert als
hij met onbegeleid verlof zou gaan. Hoewel de rechtbank de frustraties van betrokkene begrijpelijk vindt, helpt deze rigide houding hem niet. Uit het adviesrapport van de tbs-kliniek blijkt dat het recidiverisico in geval van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging wordt ingeschat op matig, oplopend tot hoog op de langere termijn. Ook heeft de deskundige ter zitting toegelicht dat een onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging nog te vroeg is, omdat betrokkene zich nog niet bevindt in een fase, waarin hij heeft kunnen laten zien dat hij zich aan de verlofvoorwaarden kan houden. De rechtbank sluit zich hierbij aan. Vaststaat dat het traject niet altijd voorspoedig is verlopen, deels buiten de schuld van veroordeelde. Er is echter nog geen sprake geweest van een vergaand verlof en eerst zal moeten worden beoordeeld hoe betrokkene zal omgaan met de uitbreiding van zijn verloven en verantwoordelijkheden, hetgeen in kleine stapjes vormgegeven zal moeten worden. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat betrokkene met zijn passieve houding ook wel medeverantwoordelijk is voor de impasse.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek tot aanhouding afgewezen.

7.De beslissing.

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot aanhouding van de zaak;
- wijst af het verzoek tot het door de reclassering laten onderzoeken of een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege tot de mogelijkheden behoort;
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.J.H. van der Linden, voorzitter, mr. D. van Kralingen en mr. M.J. Kruit, rechters, in tegenwoordigheid van M.C.C. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 juli 2023.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.