ECLI:NL:RBZWB:2023:5919

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 juli 2023
Publicatiedatum
25 augustus 2023
Zaaknummer
02-001249-04
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juli 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in 2004 was veroordeeld tot een gevangenisstraf en tbs met voorwaarden wegens ernstige geweldsmisdrijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs-maatregel kan worden verlengd indien de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen dit eist. De rechtbank heeft geconstateerd dat de betrokkene lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in het gebruik van drugs en alcohol, en zwakbegaafdheid. Ondanks een positieve ontwikkeling in zijn situatie, waarbij hij sinds eind 2020 stabiel is en op de wachtlijst staat voor een vervolgwoning, is het recidivegevaar ingeschat als matig-laag binnen het huidige kader. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen, omdat het resocialisatietraject nog geruime tijd in beslag zal nemen en de betrokkene begeleiding en toezicht nodig heeft. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar de rapportages van de GZ-psycholoog en de reclassering, die de noodzaak van verlenging onderbouwden. De rechtbank heeft de tbs-maatregel verlengd met twee jaar en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege gecontinueerd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/001249-04
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 27 juli 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, waarvan de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd, van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats]
verblijvende bij RIBW [verblijfplaats]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het adviesrapport van de reclassering van 31 mei 2023;
- het adviesrapport van [GZ-psycholoog] van 1 juni 2023;
- de vordering van de officier van justitie van 5 juni 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar.

2.De procesgang

Bij vonnis van deze rechtbank van 2 juli 2004 is betrokkene veroordeeld tot een gevangenis- straf van 135 dagen, met aftrek van het voorarrest, en tbs met voorwaarden wegens het medeplegen van een poging tot doodslag en het medeplegen van zware mishandeling.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om misdrijven als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Bij arrest van het gerechtshof Arnhem van 24 januari 2006 is de tbs met voorwaarden van betrokkene omgezet naar een tbs met verpleging van overheidswege, omdat betrokkene de aan de tbs verbonden voorwaarden niet is nagekomen.
Bij beslissing van deze rechtbank van 22 november 2018 is de verpleging van overheids- wege voorwaardelijk beëindigd. De termijn van de tbs is laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 13 juli 2021 verlengd met twee jaar.
Ter terechtzitting van 13 juli 2023 is de officier van justitie, mr. L.J. den Braber, gehoord. Ook is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. I.F.J. Beugelsdijk, advocaat te Eindhoven. Verder is de heer [deskundige] , reclasseringswerker, als deskundige gehoord.

3.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het adviesrapport van [GZ-psycholoog] leidt de rechtbank af dat bij betrokkene sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in het gebruik van drugs en alcohol, in langdurige remissie, en zwakbegaafdheid met daarbij een verhoudingsgewijs zeer laag werkgeheugen.
Sinds eind 2020 verblijft betrokkene in [verblijfplaats] en ten tijde van het onderhavige onder- zoek maakt hij een positieve, stabiele periode door. Incidenten zijn er al lang niet geweest. Hij staat op de wachtlijst voor een vervolgwoning waar hij nog meer vrijheden zal hebben en waar meer beroep zal worden gedaan op zijn zelfredzaamheid en zelfsturend vermogen. Binnen het huidige kader, de structuur en begeleiding, wordt het recidivegevaar ingeschat als laag-matig. Bij het wegvallen van dat kader wordt ingeschat dat dit gevaar zal oplopen tot matig-hoog en dan met name als hij zal terugvallen in middelengebruik. De relatie van betrokkene is ook nog een zorg. De vrouw met wie hij een relatie heeft, wordt beschreven
als instabiel en zij is bekend met problematisch middelengebruik. Zij is hiermee circa een jaar geleden gestopt, maar betrokkene beschrijft wel een verontrustend aantal incidenten, waarbij zij betrokken is geweest en die bij betrokkene potentieel hadden kunnen leiden tot destabilisatie en acting out gedrag. Betrokkene geeft aan dat hij rustig is gebleven en geen middelen heeft gebruikt, maar het is wel geïndiceerd dit te blijven monitoren als hij in de volgende stap meer verantwoordelijkheden krijgt, meer zelfbepalend kan zijn en minder contact heeft met begeleiding/toezicht. Ook is geïndiceerd dat hij bouwt aan meer sociale
en maatschappelijke inbedding. Het resocialisatietraject zal geleidelijk en gecontroleerd vorm moeten worden gegeven. Juist ook als hij verhuist naar de volgende woonplek. De overgang zal goed gemonitord en begeleid moeten worden. De verwachting is dat dit deel van het resocialisatietraject niet binnen een jaar zal zijn afgerond vanwege de wachtlijst. Daarom wordt geadviseerd om de termijn van de tbs-maatregel te verlengen met twee jaar en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te continueren.

4.Het advies van de reclassering

Uit het advies van de reclassering leidt de rechtbank af dat betrokkene sinds augustus 2022 een dusdanig stijgende lijn laat zien dat zij inmiddels ook spreekt van een stabiel beeld. Dit stabiele beeld heeft geleid tot een intake bij de trainingsappartementen van [zorgorganisatie] (hierna: [begeleid wonen] ). Delictgerelateerd gedrag, waaronder middelengebruik en agressie, heeft de reclassering niet waargenomen. Indien betrokkene bij [begeleid wonen] wordt aangenomen zal hij meerdere maanden, mogelijk zelfs een jaar, op de wachtlijst komen te staan, voordat hij kan doorstromen. Ook zal er dan weer een nieuwe samenwerking moeten worden opgebouwd en omdat hij moeite heeft nieuwe mensen in vertrouwen te nemen, zal het opbouwen van een samenwerkingsverband de nodige tijd zal kosten. Het resocialisatietraject zal gemonitord moeten worden. Om het tbs-traject tot een goed einde te brengen verwacht de reclassering zeker twee jaar nodig te hebben.
De reclasseringswerker heeft daaraan ter zitting toegevoegd dat betrokkene vorige maand is aangenomen bij [begeleid wonen] en dat hij daar nu op een wachtlijst staat. Dat kan een jaar duren. Hoewel betrokkene grote stappen heeft gemaakt, ook in de relatie met zijn vriendin, bestaat wel de verwachting dat het fout gaat als het tbs-kader binnenkort zou wegvallen. Betrokkene heeft sturing nodig en er zal toezicht moeten worden gehouden op bepaalde zaken. Daarom wordt het advies tot verlenging van de termijn van de tbs met twee jaar gehandhaafd.

5.Het standpunt van de officier van justitie

Onder verwijzing naar de rapportages van de GZ-psycholoog en de reclassering, alsmede de ter zitting gegeven toelichting van de deskundige, heeft de officier van justitie de vordering tot verlenging van de termijn van de tbs-maatregel met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft aangevoerd dat betrokkene zich houdt aan de afspraken ten aanzien van zijn behandeling en begeleiding binnen [verblijfplaats] en dat er de laatste jaren ook geen incidenten meer zijn geweest. Uit het reclasseringsrapport blijkt dat er sinds augustus 2022 een dusdanig stijgende lijn te zien is, dat kan worden gesproken van een stabiel beeld. Nu hij inmiddels op de wachtlijst staat om door te stromen naar een vervolgwoning en uit de vorige verlengingsbeslissing kan worden afgeleid dat de rechtbank het ook van belang acht dat de reclassering voortvarendheid betracht, heeft de verdediging verzocht om de termijn van de verlenging van de tbs te beperken tot één jaar. De voortvarendheid kan dan worden bewaakt.

7.Het oordeel van de rechtbank

Vooropgesteld wordt dat een tbs-maatregel kan worden verlengd, indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van deze maatregel eist. Dit houdt concreet in dat het recidivegevaar nog aanwezig moet zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geest- vermogens.
De rechtbank leidt uit het adviesrapport van de psycholoog af dat betrokkene nog lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis, een stoornis in het gebruik van drugs en alcohol,
in langdurige remissie, en zwakbegaafdheid met daarbij een verhoudingsgewijs zeer laag werkgeheugen. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat er bij betrokkene dus nog altijd sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
Daarnaast leidt de rechtbank uit het rapport af dat het recidivegevaar op een agressief delict wordt ingeschat op matig-laag in de huidige situatie binnen het huidige kader, maar dat dit recidivegevaar zal oplopen tot matig-hoog (bij terugval in middelengebruik en verlies van structuren) als het tbs-kader plots zal wegvallen. De rechtbank onderschrijft dit herhalings-gevaar en neemt de conclusies en adviezen van de psycholoog over.
Het voorgaande betekent dat is voldaan aan het wettelijk criterium voor verlenging van de maatregel en dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs-maatregel eist. Dit staat overigens ook niet ter discussie.
Als uitgangspunt geldt dat de tbs-maatregel moet worden verlengd met een termijn van twee jaar wanneer aannemelijk is dat resocialisatie van de betrokkene in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de tbs met een termijn van één jaar.
Naar het oordeel van de rechtbank is door de psycholoog en de reclassering onderbouwd beschreven, en door de reclasseringswerker onderbouwd toegelicht, dat het tbs-traject van betrokkene nog geruime tijd in beslag zal nemen. Net als tijdens de vorige verlengings-beslissing is betrokkene nog in afwachting van een vervolgwoning. Anders dan de vorige keer, staat hij op dit moment weliswaar op de wachtlijst van [begeleid wonen] , maar het kan nog tot maximaal een jaar duren voordat hij daar feitelijk terecht kan. Daar komt bij dat betrokkene meer vrijheden en verantwoordelijkheden gaat krijgen en dat moet, ook in het kader van de relatie met zijn vriendin, goed gemonitord worden. Ook moet bij de vervolgwoning weer een samenwerkingsverband worden opgebouwd wat enige tijd in beslag zal nemen. Uit de rapporten blijkt verder dat het, ondanks dat het goed gaat met betrokkene, van belang is dat het tbs-traject geleidelijk en gecontroleerd verloopt. Gelet op alle stappen die nog moeten worden gezet, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat het nog te doorlopen traject binnen een jaar zal zijn afgerond.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie toewijzen en de tbs van betrokkene verlengen met twee jaar en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege continueren.

8.De beslissing.

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene met twee jaar en
continueert de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de
reeds opgelegde voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door mr. D. van Kralingen, voorzitter, mr. R.J.H. van der Linden en mr. M.J. Kruit, rechters, in tegenwoordigheid van M.C.C. Joosen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 juli 2023.
De griffier is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.