Uit het adviesrapport van de tbs-kliniek leidt de rechtbank af dat bij betrokkene sprake is van complexe meervoudige problematiek. Deze problematiek bestaat uit persoonlijkheids- problematiek, een licht verstandelijke beperking en verslavingsproblematiek. Vanuit een borderline persoonlijkheidsorganisatie leiden psychotische kwetsbaarheid en een zwakke realiteitstoetsing tot achterdocht en problemen in emotieregulatie.
De laatste periode kenmerkt zich door instabiliteit bij betrokkene. Betrokkene ervaart verschillende lichamelijke en psychiatrische klachten die leiden tot een toename aan stress en spanning. De spanningen leiden ertoe dat zij in augustus 2022 terugvalt in middelen- gebruik tijdens een onbegeleid verlof, waarna de verlofmogelijkheid haar tijdelijk wordt ontzegd. In het najaar van 2022 ontstaat een patroon van wegrakingen in haar bewustzijn, waardoor het opstarten van verloven moeilijk is. In februari 2023 hervat zij haar verloven, maar begin maart 2023 onttrekt zij zich tijdens een onbegeleid verlof aan het toezicht en vervalt zij weer in middelengebruik. De verlofmogelijkheid wordt opnieuw ingetrokken. Ondanks verschillende interventies vanuit het behandelteam verbetert de gemoedstoestand van betrokkene minimaal tot niet en lukt het haar door verschillende omstandigheden niet om de verloven te hervatten. Ze ervaart geen perspectief binnen haar behandeling, trekt zich terug en weigert haar medicatie in te nemen. Eind april 2023 hoort betrokkene stemmen
in haar hoofd die haar opdragen batterijen en een schroef in te slikken. In een poging om betrokkene meer perspectief te bieden wordt het hervatten van begeleid verlof onderzocht, hetgeen betrokkene goed doet.
In de hypothetische situatie dat per direct de tbs-maatregel zou komen te vervallen wordt
het risico op verbaal gewelddadig gedrag ingeschat als hoog. Het risico op fysiek geweld- dadig gedrag loopt in die situatie op naar laag tot matig. Verwacht wordt dat betrokkene
op de langere termijn haar medicatiegebruik zal staken en middelen zal gaan gebruiken waardoor ze psychiatrisch verder zal ontregelen.
De afgelopen twee jaar waren zeer instabiel. Gelet hierop en het feit dat het risico op een terugval in gewelddadig gedrag zonder het huidige tbs-kader als hoog wordt ingeschat, is niet de verwachting dat binnen een jaar toegewerkt kan worden naar een voorwaardelijke beëindiging of proefverlof. De komende periode zal in het teken staan van het herstellen
van het (wederzijds) vertrouwen en de behandelrelatie, het oppakken van het behandel- programma en het gefaseerd hervatten van de verloven. Dit zal zij geruime tijd moeten oefenen. Pas als blijkt dat dat goed verloopt, kan worden onderzocht welke vervolgstap haalbaar is. Derhalve adviseert de kliniek een verlenging van de maatregel met twee jaar.