Uitspraak
1.[gedaagde in conventie sub1] ,
2.
[gedaagde in conventie sub2],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is op 23 augustus 2023 een vonnis uitgesproken in een civiele procedure. De zaak betreft een geschil tussen [eiser in conventie], vertegenwoordigd door mr. Z.H. van Dorth tot Medler, en [gedaagden in conventie], vertegenwoordigd door mr. H.T. Kernkamp. De procedure is voortgekomen uit een vaststellingsovereenkomst die partijen eerder hebben gesloten over de aanpassing van de balustrade op het dakterras van [gedaagden in conventie]. Ondanks de gemaakte afspraken is het geschil niet opgelost, wat heeft geleid tot de voortzetting van de procedure.
In conventie heeft [eiser in conventie] zijn eis gewijzigd en vordert hij onder andere dat [gedaagden in conventie] wordt veroordeeld tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst en betaling van proceskosten. In reconventie heeft [gedaagden in conventie] eveneens zijn eis gewijzigd en vordert hij betaling van een bedrag van € 5.683,98, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft besloten dat er opnieuw een mondelinge behandeling zal plaatsvinden, waarbij partijen in de gelegenheid worden gesteld om hun verhinderdata op te geven. Tevens is bepaald dat [eiser in conventie] de mogelijkheid krijgt om te reageren op de gewijzigde eis in reconventie. De verdere beslissing is aangehouden, en partijen zijn verplicht om in persoon aanwezig te zijn tijdens de mondelinge behandeling, die op een nader te bepalen datum zal plaatsvinden.