Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge conclusie van antwoord
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen Alektum Capital II AG, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Zwitserland, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. Alektum vorderde betaling van een bedrag van € 407,88, bestaande uit een onbetaalde factuur van Klarna voor een bestelling van elektrische tandenborstels, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde heeft echter betwist dat zij de bestelling heeft geplaatst en heeft aangevoerd dat het e-mailadres dat voor de facturering is gebruikt, niet van haar is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Alektum niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de contractspartij is en dat de bestelling daadwerkelijk door haar is geplaatst. De kantonrechter oordeelde dat het enkele feit dat de naam van de gedaagde op de bestelling voorkomt, niet voldoende is om te concluderen dat zij de bestelling heeft gedaan. Alektum heeft nagelaten aanvullende bewijsstukken te overleggen die de stelling van de gedaagde zouden kunnen weerleggen. Daarom heeft de kantonrechter de vordering van Alektum afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil zijn vastgesteld, aangezien zij zonder gemachtigde heeft geprocedeerd.