Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Inleiding
2.Feiten
3.Beoordeling door de rechtbank
Artikel 1 Definities
een perceelals bedoeld in artikel 1. Naar normaal spraakgebruik doelt de term ‘perceel’ op iets anders dan de objecten voor de rioolheffing. Verwarring op dit punt is dus niet ondenkbaar. Bij uitleg van de Verordening rioolheffing moet echter niet naar spraakgebruik worden geïnterpreteerd, maar naar civielrechtelijke zin. Dat houdt het volgende in.
twee afzonderlijke roerende zaken. Dit wordt ondersteund door de luchtfoto, waarop van boven te zien is dat het twee afzonderlijke containers zijn. Ook de beschrijving in de verkoop- & verhuuradvertentie van het complex worden aparte inhoudsmaten per container gemeld. Dat belanghebbende naar economische begrippen één ruimte met aanduiding [nr.] heeft gekocht, maakt dat niet anders. Ook de fysieke verschijningsvorm waarbij sprake is van een grote opening in beide containers doet aan de civielrechtelijke conclusie dat het afzonderlijke roerende zaken zijn niet af. [5]
afzonderlijkecontainers, maar geen
zelfstandigegedeelten van één of meerdere (in dit geval) roerende zaken.
géénsprake is van
zelfstandige gedeelten, komt de rechtbank aan toepassing van artikel 4 van de Verordening niet toe. Voor de toepassing van de Verordening is dus elke garagebox in beginsel een ‘perceel’. [6]
4.Conclusie en gevolgen
5.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de aanslag rioolheffing gebruikersdeel;
- vermindert de aanslag rioolheffing eigenarendeel tot een bedrag van € 107,18;
- gelast dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 49 aan belanghebbende vergoedt.