ECLI:NL:RBZWB:2023:6116
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot kwijtschelding van ontnemingsmaatregel wegens onvoldoende onderbouwing van betalingsonmacht
Op 6 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, uitspraak gedaan in een verzoek tot kwijtschelding van een ontnemingsmaatregel. De veroordeelde had in 2016 een ontnemingsmaatregel opgelegd gekregen van € 64.070,30, waarvan tot 3 april 2023 slechts € 10.634,44 was betaald. De veroordeelde verzocht om kwijtschelding van het resterende bedrag, stellende dat hij geen vermogen heeft, werkloos is en onder beschermingsbewind staat. Hij voerde aan dat hij door prijsstijgingen en zijn financiële situatie niet in staat is om het bedrag te betalen.
Het Openbaar Ministerie heeft echter betoogd dat de veroordeelde geen financiële stukken heeft overgelegd en dat zijn stelling van betalingsonmacht niet voldoende onderbouwd is. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde, om in aanmerking te komen voor kwijtschelding, moet aantonen dat hij zowel nu als in de toekomst geen draagkracht heeft om aan zijn betalingsverplichting te voldoen. De rechtbank concludeerde dat de veroordeelde, gezien zijn leeftijd en het feit dat hij pas sinds 2016 aan het betalen is, nog verdiencapaciteit heeft. Aangezien hij zijn financiële situatie niet met bewijsstukken heeft onderbouwd, heeft de rechtbank het verzoek afgewezen.
De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is voor de betalingsonmacht van de veroordeelde, waardoor het verzoek tot kwijtschelding niet kan worden toegewezen.