Op 6 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van [betrokkene], die ter beschikking was gesteld (tbs) met voorwaarden. De rechtbank heeft besloten de tbs met voorwaarden om te zetten naar tbs met verpleging van overheidswege. Dit besluit is genomen omdat [betrokkene] zich niet heeft gehouden aan de voorwaarde om mee te werken aan een klinische behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er drie behandelpogingen zijn gedaan in verschillende klinieken, maar dat deze telkens zijn mislukt door de opstelling van [betrokkene]. De deskundigen hebben aangegeven dat er sprake is van een onhoudbare situatie, waarbij [betrokkene] lijdt aan paranoïde schizofrenie en niet gemotiveerd is om medicatie in te nemen. Hierdoor is het recidiverisico als hoog ingeschat.
De officier van justitie heeft gevorderd dat [betrokkene] alsnog van overheidswege wordt verpleegd, gezien het feit dat hij zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden en er een hoog risico op recidive bestaat. De verdediging heeft betoogd dat de omzetting niet proportioneel is en dat er nog behandelmogelijkheden zijn binnen de tbs met voorwaarden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de niet-naleving van de voorwaarden en het belang van de veiligheid van anderen een omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege noodzakelijk maken. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de rapporten van de reclassering en de tbs-instelling, die hebben aangegeven dat zonder dwangmedicatie geen behandeling mogelijk is en dat het risico op agressie hoog is.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en bevolen dat [betrokkene] van overheidswege zal worden verpleegd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is uitgesproken ter openbare zitting.