In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, is er een geschil ontstaan tussen een besloten vennootschap (B.V.) en een vennootschap onder firma (V.O.F.) over de echtheid van een handtekening op een huurovereenkomst. De eiseres, een softwarebedrijf, vordert betaling van huur en andere kosten van de gedaagden, die een beautysalon exploiteren. De gedaagden betwisten de handtekening van gedaagde sub 2 op de huurovereenkomst uit 2019, en stellen dat deze vervalst is. De kantonrechter heeft op 1 februari 2023 een tussenvonnis uitgesproken waarin hij de benoeming van een geschriftdeskundige overweegt om de echtheid van de handtekening te onderzoeken. Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de persoon van de deskundige en de vragen die aan deze deskundige voorgelegd moeten worden. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en instructies aan de deskundige.