Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
per maand, betaalt u € 50,00 (…);
uw eerste betaling moet voor 23/02/2022 op onze bankrekening staan;
De gestarte rechtszaak gaat door. Wanneer de rechter uitspraak heeft gedaan sturen wij u een bijgewerkt overzicht van de betalingsachterstand. (…)”
3.Het geschil
- € 282,57 (bestaande uit € 272,50 aan hoofdsom, € 1,67 aan wettelijke rente vanaf de vervaltermijn tot de dag van dagvaarding, € 48,40 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten; een en ander verminderd met de betaling door [gedaagde01] van € 40,00 op 29 december 2021),
- de wettelijke rente over € 232,50 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening,