Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 juli 2022 en de daarin genoemde processtukken;
- de brief van 10 januari 2023 namens [eiseres01] met aanvullende producties 1 tot en met 3.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“een slechte auto”was en/of de door [eiseres01] verrichte reparaties niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Daarvoor is namelijk (gedeeltelijke) opschorting dan wel (buitengerechtelijke) ontbinding met vermindering van de aanneemsom of een geslaagd beroep op verrekening van schade nodig. [gedaagde01] beroept zich hier echter niet op. Ook kan de kantonrechter de stellingen van [gedaagde01] niet kwalificeren als een beroep op verrekening van schade met de openstaande facturen.
“niet mis”is, bedankt zij [eiseres01] vervolgens voor [eiseres01] ’ opmerking dat er is
“geschipperd”met de tijd. Bovendien heeft [gedaagde01] op 12 januari 2022 nog een bedrag van € 100,00 betaald, waarbij zij dan aangeeft “
Sorry niet veel maar ik hoop dat t strax beter wordt”(zie r.o. 2.4). Al met al heeft [gedaagde01] , gelet op de betwisting door [eiseres01] en de whatsappcorrespondentie, onvoldoende gesteld om te kunnen concluderen dat zij tijdig bij [eiseres01] heeft geklaagd over eventuele gebreken en/of dat zij [eiseres01] in de gelegenheid heeft gesteld dergelijke gebreken te herstellen.
“een slechte auto”was, kan, mede gelet op hetgeen hiervoor in r.o. 4.4 overwogen is, in het midden blijven. Overigens heeft [gedaagde01] onvoldoende toegelicht waarom de Caddy niet zou hebben voldaan aan wat zij daarvan mocht verwachten en heeft zij zelf ter zitting aangegeven dat zij [eiseres01] niet heeft gevraagd de auto terug te nemen.
“niet mis”vindt, maar vervolgens bedankt zij [eiseres01] voor de toelichting daarop (r.o. 2.3). Dit deel van de vordering zal dan ook zoals gevorderd worden toegewezen.