Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
3.Het geschil
- € 1.644,55 per maand of per gedeelte van een maand aan huur dan wel schadevergoeding, met ingang van oktober 2022, tot en met het tijdstip van ontruiming;
- € 6.545,13 aan achterstallige huurpenningen tot en met september 2022, rente en kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf heden;
- de kosten, vermeerderd met de eventueel daarover verschuldigde btw.
4.De beoordeling
‘eindafrekening gas water licht’is opgenomen, geldt dat deze post niet voor toewijzing in aanmerking komt. In het licht van het door [gedaagde01] gevoerde verweer, heeft [eiser01] hierover onvoldoende gesteld dan wel onderbouwd. De kantonrechter zal dit onderdeel daarom buiten beschouwing laten.