Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
- cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
2.Het verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
29 februari 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 30 augustus 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure naar aanleiding van een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, geboren in 1931. Het verzoek is ingediend vanwege zorgen over de veiligheid en het welzijn van de cliënt, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt ernstig nadeel ondervindt door haar aandoening, wat leidt tot lichamelijk letsel, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ondanks de inzet van thuiszorg en ondersteuning vanuit de familie, is de situatie niet houdbaar en is opname in een verpleeginstelling noodzakelijk.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de cliënt aangegeven dat zij in haar eigen woning wil blijven wonen en dat zij in staat is voor zichzelf te zorgen. Haar advocaat heeft de afwijzing van het verzoek bepleit, maar de rechtbank heeft geconcludeerd dat de cliënt niet in staat is om de risico's in haar thuissituatie te overzien. De rechtbank heeft de medische verklaringen en de consultbrief van de huisarts in overweging genomen, waaruit blijkt dat de cliënt recentelijk is gediagnosticeerd met een gevorderd dementieel toestandsbeeld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van 30 augustus 2023 tot en met 29 februari 2024. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van Noort en is op 7 september 2023 schriftelijk uitgewerkt.